170 we niet vermoeden dat het tekenen daarvan zeer veel tijd gevergd heeft. Toch is de trefzekerheid van de voorstellingen het resultaat van vele malen herscheppen of veranderen. De uitgebreidheid van dit boek is ontstaan door een volledige behandeling van alle aspecten die met de terreinvoorstelling, direct of indirect, te maken hebben. De onderstaande indeling in hoofdstukken wil dit verduidelijken: 1. Historische ontwikkelingen; 2. De topografische ondergrond; 3. Andere fundamenten en hulpmiddelen; 4. Kleurenleer; 5. De opgave en zijn merk waardigheden; 6. Hoogte- en dieptecijfers7. De geraamtelijnen8. Hoogte en dieptelijnen; 9. Doezeling en schaduw; 10. Schrapjes en harcering; n. Rotsvoorstelling; 12. Signaturen voor detailvormen en andere daarbij behorende objecten; 13. Gekleurde vlakken; 14. Het samenspel van de onderdelen; 15. Opmerkingen over de techniek; 16. Toekomstige ontwik kelingen. De beoordeling van een zo veel omvattend boek moet wel gedifferentieerd worden naar de wetenschappelijke, de didactische, de ideële en de grafische kwaliteiten. a. Wetenschappelijke kwaliteiten Imhofs werk behoort tot die, helaas zeldzame, leerboeken die de student niet met een vracht theorie ,,het bos insturen" en de vakman niet met een overdaad aan formuleringen ergeren. Imhofs instelling t.o.v. theorieën is niet mis te verstaan uit zinnen als: ,,Die Kartographie (van Kantenlinien, C. K.) war eine Hilfe jedes guten Messtisch-Topographen langst bevor sie an Gelehrtenkongresse als wissenschaftliche Novitat kreiert wurde" (blz. 127). En: „Die Sucht, einfache Dinge gelehrt erscheinen zu lassen, macht sich in manchen Wissenschaften breit. Auch die Kartenwissenschaft" krankt daran" (merk de aanhalingstekens op. C. K.) (blz. 186). Of: „In Karten- fragen hilft die schönste Theorie nichts, wenn damit das Bild verdorben, die Anschaulichkeit vermindert und die Lesbarkeit erschwert wird" (blz. 146). De kwalificatie van wetenschappelijkheid ontleent dit boek aan het streng volgehouden principe om elk onderwerp op zijn voor- en nadelen te toetsen, de herkomst van 'gewoonten' na te gaan en vooral door die fundamentele begrippen die daarvoor in aanmerking komen (kleurenleer, meetkundige betekenis van de hoogtevoorstelling etc.) grondig te analyseren. Bij het analyseren van minder exacte begrippen worden deze op typisch Imhofse wijze tot een eenvoudige grondvorm gereduceerd, Een ander bewijs van het wetenschappelijk karakter van dit boek is zijn volledigheid. Een volledigheid tot in details, welke bijv. in het hoofdstuk over de hoogtevoorstelling ook die van de onder-water topografie opneemt. Bij elk hoofdstuk, tenslotte, wordt een verwijzing gegeven naar relevante artikelen uit de 339 nummers tellende litteratuurlijst. b. Didactische kwaliteiten Het boek wordt voor een belangrijk deel gedragen door de instructieve illustraties. Maar de lezer wordt eveneens door de indringende stijl van de auteur onderricht. Dit gebeurt op een oorspronkelijke en systematische wijze. Het systematische wordt ie. bereikt door bij alle onderwerpen tot hun differentiëring naar kaartschalen terug te keren, 2e. door de onderwerpen met voorbeelden (goed tegenover slecht) te illustreren en 3e. door het af te ronden met de praktische uitvoering: hoe doe je het. Als voorbeelden van deze praktische voorlichting noemen we de tekenmaterialen en technieken bij de doezeling (blz. 222), de kleurtabel voor de repro-technische uitvoering, de oefeningen in de rotstekening (blz. 301). Het oorspronkelijke in de door Imhof bedreven didactiek ligt in zijn ordenend optreden, in het opruimen van overbodige argumenten. Daarbij wordt vaak een vernietigende kritiek op bestaande verkeerde of verwarde opvattingen geleverd (blz. 330Regional- farben versus hypsometrische Farben).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 56