Nederlandse Landmeetkundige Federatie
172
In het hoofdstuk over de rotsvoorstelling zien we de auteur wel recht in
zijn element. In die vijftig bladzijden wordt o.a. uitvoerig op de geomorfologie
ingegaan een onderwerp dat overigens in het boek niet zo uitgebreid
wordt behandeld.
Aan het einde van het boek worden de toekomstige ontwikkelingen van
de cartografie behandeld. Daarbij wordt vnl. over de nieuwe vorm van de
topografische kaart gesproken: fotokaarten, foto-lijn transformatie, kaarten
uit automaten.
Ook aan de vraag of de huidige manuale techniek tegen de eisen van deze
tijd bestand is wordt niet voorbij gegaan. Maar dit werk, dat de norm aan
de Europese cartografie ophangt, kan uiteraard niet een oplossing geven
voor de uit maatschappelijke nood ontstane kaartenbehoefte van de buiten-
Europese landen. Het boek van Imhof biedt deze Europese norm op over
tuigende wijze aan en zal, t.z.t. ook voor de kaartering van de veel grotere
werelddelen zijn praktisch nut afwerpen. Het is goed dat de fotogrammetri-
sche diensten nu reeds kunnen lezen over „(die) Mangel geistlosen mecha-
nischen photogrammetrischen Auswertens" (blz. 326). Op vele plaatsen wordt
duidelijk gesteld hoe de invoering van de luchtfotogrammetrie tot nieuwe
bezinning op de uiterlijke vorm van topografische kaarten van bergland
geleid heeft. De dualiteit: objectieve weergave subjectieve interpretatie
van het fotobeeld komt herhaaldelijk ter sprake (blz. 148: generalisering
van hoogtelijnen in de basiskaartering264: rotsvoorstelling). Er is kritiek
op de weergave van „Kleinformen" (taluds, duinen, dijken) in „ingenieurs-
kaarten". En dat het boek niet in de eerste plaats geschreven is om de zorgen
van hen die in de tropische gebieden werken te verlichten blijkt wel uit de
behandeling van het onderwerp: beboste hellingen. Hiervan zegt Imhof
(blz. 332) „Der Wald ist der Schrecken jedes mitteleuropaischen Relief-
kartographen".
Vele vakbekwame en kunstzinnige cartografen maken zich in deze tijd
met recht zorgen over de toekomst van het vak. Die bezorgdheid komt
nergens tot uiting in Imhofs boek. Laten allen die zorgen hebben over de
zich overal manifesterende eliminatie van het menselijke element in de
cartografie Imhofs humanisme belijden.
C. K.
(Overgenomen uit Tijdschrift Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap.)
In het financieel overzicht 1965 van de N.L.F., gepubliceerd in de afleve
ring van april 1966 van dit Tijdschrift, is een vergissing gemaakt. Hieronder
volgt het gecorrigeerde verslag:
Financieel overzicht 1965
Saldo per 1 januari 1965f. 1.510,49
Contributies5.224,75
Reis- en verblijfkosten
Algemene onkosten
Congres (fin. bijdrage en publ. referaten
congres)
Studiedagen
Regionale bijeenkomsten
Stichting N.L.F. examens
Tijdschrift
Bibliotheek237,05
F.I.G. contributies (over 1964 en 1965)
471,08
637.56
I.874,l8
I.Ol4,I5
356,72
200,00
1.818,80
804,65