tijdrovend programmeringswerk bijna of in het geheel geen gebruik gemaakt, terwijl in het algemeen het gebruik van een procedure ingewikkelder wordt, naarmate de verscheidenheid van problemen waarvoor de procedure een oplossing geeft groter wordt. Ergens dient in dit opzicht een evenwicht te worden bereikt. Dit evenwicht kan onmogelijk in strenge regels worden vastgelegd, daar het in sterke mate afhangt van het te programmeren gebied. Hoofdstuk 3. Enkele grondbeginselen voor de opbouw van een landmeetkundig proceduresysteem. Inleiding Een kerngedachte uit de hoofdstukken i en 2 was, dat het automatiseren van de rekentechniek in feite stapsgewijs is verlopen en nog verloopt. Op een bepaald niveau doen zich routinewerk zaamheden voor, die men wenst te automatiseren. Maar na de automatisering doen zich een trapje hoger opnieuw routinewerk zaamheden voor die men ook weer wenst te automatiseren. De rekentalen ALGOL en FORTRAN werden aangegeven als het resultaat van een van de fasen van deze ontwikkeling. De vraag doet zich nu voor of door het gebruik van talen als ALGOL een eindpunt is bereikt in de geschetste ontwikkeling. Is nu het programmeren teruggebracht tot een werkzaamheid, die een voortdurend beroep doet op de origineel denkende mense lijke geest? Is wat nu nog overblijft aan routinewerkzaamheden de moeite van het automatiseren niet meer waard? Het antwoord op deze vragen moet ontkennend luiden. Wie als landmeetkundig programmeur een programma schrijft voor de berekening van een centrering of van een voorwaartse snijding of van een veelhoek, zal in al deze gevallen, ook indien hij zich uitdrukt in ALGOL, het berekenen van een argument uit coördinaten moeten vastleggen in enkele opdrachten. Het telkens weer opnieuw opschrijven van deze opdrachten zal hij willen voorkomen. En dat kan ook, want speciaal voor dergelijke gevallen is het ALGOL- begrip procedure in het leven geroepen. De programmeur legt het proces van het berekenen van een argument uit coördinaten één maal vast in een procedure, die hij onbeperkt vaak op eenvoudige wijze kan aanroepen. In feite betekent het maken van dergelijke procedures (ook in hoofdstuk 2 werd er één behandeld) het begin van het ontwerpen van een landmeetkundige rekentaal, een soort landmeetkundig ALGOL. Stukken rekenproces die vaak voorkomen in de landmeet kundige rekentechniek, worden vastgelegd in procedures, en het vervaardigen van een programma voor een bepaald landmeetkundig rekenprobleem zal dan voor een belangrijk deel bestaan uit het koppelen van procedures. Wanneer wij nu op deze wijze het programmeren van landmeet kundige problemen willen vergemakkelijken, zullen wij eerst een 20Ó

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 32