zekere afgrenzing moeten geven van het te beschouwen gebied.
Eenvoudig is dit niet, omdat het onmogelijk is de landmeetkunde
te verdelen in een aantal deelgebieden, die niets met elkaar te maken
hebben. Zelfs heeft het gebruik van de rekenautomaat tot gevolg
dat de landmeetkundige vakken hoe langer hoe meer verweven
raken.
Maar wij zullen ons toch moeten beperken. In het kader van dit
artikel doen wij dit door ons bezig te houden met de puntsbepaling
in het platte vlak, gecombineerd met de waarnemingsrekening,
zoals deze in de puntsbepaling moet worden gebruikt.
De volgende vraag die zich voordoet is, welke theorie en welk
systeem van rekenregels men ten grondslag wil leggen aan de
procedures die men wil maken. Het is niet zonder meer aanbevelens
waardig eenvoudig de formules die tot op heden in de praktijk
werden gebruikt in procedurevorm te gieten. Deze formules zijn
immers, vaak op grond van tientallen jaren ervaring, ontwikkeld
met het oog op de rekenhulpmiddelen die in het verleden ter
beschikking stonden. En de moderne rekenautomaten hebben in
verschillend opzicht geheel andere eisen en mogelijkheden, die vaak
tot een andere vormgeving van het formulesysteem aanleiding
kunnen geven.
Vaak is het uit praktisch oogpunt de aangewezen weg de ter
beschikking staande formules zonder meer te programmeren.
Maar op den duur zal toch bij de vormgeving van het formule
systeem zorgvuldig rekening moeten worden gehouden met de
moderne rekenapparatuur. Zoals door Prof. Verhagen bij een
lezing voor de „Werkgroep Automatisering geodetische reken
techniek" is opgemerkt: het gebruiken van de rekenautomaten
vergt een herontwerp van het formulesysteem.
Nu zijn door Prof. Baarda de laatste jaren zowel op het gebied
van de puntsbepaling als op het gebied van de waarnemings
rekening theorieën ontwikkeld, waarbij met de mogelijkheden van
het automatische rekentuig ernstig rekening wordt gehouden. Het
streven van Prof. Baarda bij de ontwikkeling van deze theorieën
is nl. geweest een zeer algemeen kader te vormen, waarin een zeer
groot aantal problemen als een bijzonder geval een plaats kan
vinden. Dit streven is voor de automatisering van de rekentechniek
van groot belang, omdat dan een grote verscheidenheid van pro
blemen uit de landmeetkundige rekentechniek berekend kan
worden met een klein aantal, zij het vrij ingewikkelde, procedures
als programmatische vertaling van de algemene theorie. Het is
dan ook vanzelfsprekend dat op het onder de leiding van Prof.
Baarda staande „Laboratorium voor Geodetische rekentechniek"
van deze theorieën wordt uitgegaan in een poging om een „land
meetkundig ALGOL" te ontwerpen.
Nu is het gebied van de puntsbepaling en waamemingsrekening
samen te groot om in het kader van dit artikel naar zijn program
matische aspecten volledig te behandelen. Een nadere keuze is dus
207