En uit het zgn. netverband kunnen de volgende relaties worden afgeleid: y.jik arccos 1h vkjt In Vjoc In sin ockji In sin aikj (3-20) Ongetwijfeld zal men in (3.19) en (3.20) de cos- resp. de sin-regel herkennen. Enkele factoren, die het programmeringssysteem voor de puntsbepaling mede vaststellen. In de formules (3.4), (3.9), (3.10), (3.12H3.20) is een rekensysteem gegeven, zoals dat volgt uit de theorie. Het is echter mogelijk een veel groter aantal rekenformules uit de theorie af te leiden, en al deze formules samen zou men in een groot proceduresysteem onder kunnen brengen, met behulp waarvan elk puntsbepalings- vraagstuk zou kunnen worden opgelost. Dit zou echter geen verstandige handelwijze zijn. Reeds in de laatste bladzijden van hoofdstuk 2 is er voor gewaarschuwd het proceduresysteem al te algemeen te maken. Een volkomen algemeen proceduresysteem zou ook de oplossing moeten bevatten van het in fig. 3-1 weergegeven probleem. Gemeten zijn de hoeken a312, a423, a134 en a241. Gegeven zijn de coördinaten van de punten 1 en 2. Gevraagd worden de coördinaten van de punten 3 en 4. Ongetwijfeld is het probleem bepaald. Een vierhoek wordt immers in vorm bepaald door 4 onafhankelijke hoeken. Even zeker is het echter, dat de formules, nodig voor de berekening van de gevraagde coördinaten, niet eenvoudig zijn. Moet men nu deze formules in het proceduresysteem onderbrengen? 210 vikj I Vkji Vikj V/cji fig- 3-1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 36