178
In hoofdstuk 3 worden enkele beginselen aangegeven volgens
welke men een landmeetkundig programmeersysteem op zou
kunnen bouwen.
Hoofdstuk 4 kan worden opgevat als een toelichting op de ont
wikkelde gedachten. Behandeld wordt een programmeersysteem op
het gebied van de puntsbepaling in het platte vlak, zoals dat
gemaakt is op het Laboratorium voor Geodetische rekentechniek.
Hoofdstuk 4 behandelt het programmeersysteem uit het oogpunt
van de gebruiker, terwijl in hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de
opbouw en interne werking van het systeem. Duidelijk blijkt dan
dat een vrij eenvoudig gebruik slechts mogelijk wordt gemaakt
door een zeer ingewikkelde opbouw. Wie slechts geïnteresseerd is
in het gebruik en niet in de werkwijze van het programmeersysteem,
kan zonder bezwaar hoofdstuk 5 overslaan.
Tenslotte worden in hoofdstuk 6 een aantal praktische conse
quenties getrokken uit de aangegeven gedachtengang, waarbij zo
goed mogelijk rekening wordt gehouden met de voor de toekomst
te verwachten ontwikkelingen.
In verschillende opzichten is het artikel dus onvolledig. Ver
scheidene gebieden uit de geodetische rekentechniek blijven
ongenoemd of worden slechts zijdelings vermeld. Ook is niet inge
gaan op de steeds belangrijker wordende automatisering van de
meet- en tekentechniek, ondanks het feit dat dit terrein met de
automatisering der rekentechniek hoe langer hoe meer verweven
raakt. De analoge rekentechniek is eveneens, ondanks haar belang,
buiten beschouwing gebleven.
Zoveel mogelijk is gebruik gemaakt van de Nederlandse termi
nologie. Zo wordt steeds gesproken over rekenautomaat, auto
matische rekenmachine of automatisch rekentuig, waar in de
bestaande litteratuur veelvuldig het woord „computer wordt
gebruikt.
Eerder dan naar volledigheid is gestreefd naar het aangeven,
illustreren en uitwerken van enkele principiële gedachten. Natuur
lijk heeft de moderne rekentechniek haar beperkingen wat betreft
geheugencapaciteit en rekensnelheid, en ook wat betreft program
meerfaciliteiten. Omdat echter deze beperkingen aan voortdurende
verandering onderhevig zijn, worden zij slechts in geringe mate
als beslissend beschouwd.
Vooral is aandacht geschonken aan het feit dat de moderne
rekentechniek niet alleen een ongekend grote versnelling van het
rekenproces en een sterke vergroting van de op te lossen problemen
mogelijk maakt, maar ook een kritische beschouwing van het
rekenproces zelf gewenst doet zijn. Het zonder meer programmeren
van de ter beschikking staande formules moge vaak het snelst tot
een resultaat leiden en daardoor uit praktisch oogpunt gerecht
vaardigd zijn, op den duur zijn op andere wijze betere resultaten
te bereiken.
Een verantwoord gebruik van de rekenautomaat is slechts