227
Het bestuursmotief is er op gericht de doelstelling van de organisatie zo
goed en effectief mogelijk na te streven. Voor- en nadelen van geografische
decentralisatie worden tegen elkaar afgewogen, zoals plaatselijke bekend
heid, samenwerking en transporttijden tegenover de coördinatiebehoefte,
die regionaal ontstaat. Aan de coördinatiebehoefte wordt vaak voldaan door
het invoeren van standaardisering met formulieren.
Een voorbeeld van een maatregel, die op basis van het kostenmotief werd
genomen, was de inschakeling van de landmeetkundig ambtenaar-veld en
later de technisch ambtenaar.
De bezwaren verbonden aan decentralisatie leiden tot de structuur van
een lijn-organisatie waarbij een duidelijke hiërarchische bevelslijn aanwezig
is, of moderner, tot een lijn-staf organisatie, waarbij gespecialiseerde staven
ter ondersteuning van de zogenaamde lijnfunctionarissen worden gevormd.
Spreker maakt duidelijk dat bij toepassing van welk motief dan ook
er steeds tegenstellingen optreden.
Er moet beleid worden gevoerd dat leidt tot de te nemen beslissing.
Bij de oprichting van een dienst is dus van groot belang de vraag: waar
ligt het beleidsvormend werk, althans de voorbereiding hieraan. Spreker
MINISTERIE
D.G. Kad.
zaKen
Centrale diensten
I Dir. L D. I
Dir. Rvk.
Dir. Hijp
11 bureaus L.D. 12 bureaus Rvk 11 Hij p.-kantoren
figuur i
toont eerst het schema van de huidige opbouw van de Belastingdienst.
De beleidsvoering vindt plaats door de directeur-generaal, tezamen met de
Directies Kadaster en Hypotheken, Personeel en Organisatie. Deze Directies
zijn zuivere staf-organen voor de directeur-generaal.
Als voorbeeld van een geografisch gedecentraliseerde organisatie, waarbij
functioneel geen splitsing optreedt, toont spreker eerst het volgende schema
als mogelijk schema voor de Rijksdienst van het kadaster (figuur i).
De grote rechthoek omlijnt de groep die is betrokken bij beleidsvormend
werk.. De drie directeuren zijn hier, alhoewel tot de uitvoerende
instanties behorend, tot de beleidsvoering toegelaten. Volgens spreker kan
dit, bijv. bij beëindiging van taken, wel eens remmend werken.
Het Staforgaan Algemene zaken is van beperkte omvang gedacht, omdat
het uit efficiëncy-overwegingen kan aanleunen tegen meer centrale
algemene diensten, zoals bijv. de grote Directies Personeel en Organisatie
van de Belastingdienst. Dit kan ook zijn voordelen hebben, omdat overleg
door een groot orgaan vaak sterker kan worden gevoerd dan door een
klein (Directie Kadaster en Hypotheken).
De centrale diensten zijn ten dele met opzet binnen het beleidskader
getekend, omdat het in bepaalde gevallen van belang kan zijn, dat deze
diensten inspraak krijgen bij de beleidsvoering.
De vernieuwingsdienst heeft in dit schema nog geen plaats gekregen.