dan dient men niet alleen de procedure van deze formule te gebrui
ken, maar ook dient men, indien niet direct gegeven is, te
weten of deze hoek kan worden verkregen volgens de cos-regel
(4.8), dan wel volgens het veelhoeksverband (4.7). In het ene geval
gebruikt men een andere procedure voor het berekenen van a.j ac
dan in het andere.
Men kan nu een hogere graad van automatisering trachten te
bereiken, door beide methoden van berekening van a.jik in één
procedure onder te brengen, welke procedure dan binnen de
procedure voor het berekenen van êt>u- wordt aangeroepen. Is de
berekening van auk in ieder geval volgens één van beide methoden
mogelijk, dan krijgt de procedure voor a de volgende opbouw:
Binnen de procedure voor (f>ik wordt dan de waarde voor aja
verkregen door aanroep van de desbetreffende procedure. Men
bereikt hierdoor, dat door één opdracht twee procedures worden
geactiveerd en daardoor twee formules worden gebruikt, terwijl
ook de keuze van de juiste formule voor de berekening van al
door de procedure wordt verzorgd.
Op deze wijze is het inderdaad mogelijk een geheel systeem op
te bouwen van op elkaar teruggrijpende procedures. Men stuit
dan echter op een merkwaardige moeilijkheid, die geïllustreerd
wordt door het volgende voorbeeld.
Stel men ontwerpt een procedure voor het berekenen van een
argument. In deze procedure zal men dan de formule opnemen
<j)ilc arctg
(5-2)
250
berekening Ctjik
begin
CCjifr te berekenen met
de cosinus-regel
voer deze bereke
ning dan uit
'einde^
fig- 5-1
*ik