257 Wel kan men een aantal procedures ontwikkelen met behulp waarvan complex rekenen mogelijk is, maar het gebruik van deze procedures is nogal ingewikkeld. Een uitdrukking als bijv. d a X b/c waarbij a, b, c en d complexe getallen zijn, kan overeen komen met de opdracht U(Q(P(T(a),T(b)),T(c)),d); (5.4) In deze opdracht zijn U, Q, P en T procedures. Echter is de ingewikkeldheid in het gebruik niet de enige reden waarom een zuiver-complexe rekentechniek ongewenst is. Een belangrijke reden is ook, dat in een groot aantal gevallen uit de puntsbepaling slechts het reële of het imaginaire deel van het complexe getal van belang is. Bij het berekenen van een driehoeks- net, gemeten met richtingen, komen de parallelle grootheden, nl. de lengtegetallen van de overeenkomstige puntenparen er niet aan te pas. Het zou dan ook op moeilijkheden stuiten indien het niet-gemeten lengtegetal met de wei-gemeten richting tot een complex getal zou worden verenigd. In het ontwikkelde proceduresysteem is daarom niet van com plexe getallen gebruik gemaakt, maar wel van de parallelliteit waarop de complexe getallen zijn gebaseerd. Wel treden in het systeem grootheden op, die een nauwe verwantschap vertonen met de II- resp. A-grootheden uit de theorie, maar het verschil is essentieel, en wordt ook, zoals in hoofdstuk 4 is weergegeven, in de notatie tot uitdrukking gebracht. De in het proceduresysteem gebruikte grootheden worden aangegeven met de naam pi- resp. lambda-grootheid. Van de genoemde parallelliteit wordt in twee opzichten gebruik gemaakt, nl. ten aanzien van het opbergen en terugzoeken resp. het berekenen van de gevraagde grootheden. Opberg- en terugzoeksysteem In hoofdstuk 4 is reeds aangegeven op welke wijze de punten worden genummerd en de coördinaten worden genummerd, opge borgen en teruggezocht in het rooster bz. Van de parallelliteit tussen y- en ^-coördinaat is gebruik gemaakt door de twee coördi naten van een punt op opeenvolgende plaatsen in het rooster bz op te nemen. De y-coördinaat staat dus steeds op een oneven plaats en de ^-coördinaat op een even plaats. Door het gekozen systeem wordt niet steeds een efficiënt gebruik gemaakt van de geheugenruimte. Immers ook indien slechts van één coördinatenstelsel gebruik wordt gemaakt, wordt door de verklaring van bz (zie regel 7) voor twee coördinatenstelsels ruimte gereserveerd. In dat geval wordt dus enige ruimte opgeofferd ten behoeve van de eenvoud van programmeren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 23