258
Zoals bij fig. 2-1 reeds is uiteengezet, is het voor het terugzoeken
van grootheden met 2 indices, zoals richtingen en lengten, het
eenvoudigst, indien deze grootheden worden opgeborgen in een
2-dimensionaal rooster. De eerste index van het rooster komt dan
overeen met de eerste index van de grootheid, en de tweede index
van het rooster met de tweede index van de grootheid. Ook voor
grootheden met 3 indices (hoeken en lengteverhoudingen) zou een
dergelijke oplossing kunnen worden gekozen. Men zou deze groot
heden kunnen onderbrengen in een 3-dimensionaal rooster.
Deze oplossing heeft echter tot gevolg dat de geheugenruimte,
die nodig is voor grootheden, betrekking hebbende op 2 resp. 3
punten, evenredig is met resp. de 2e en 3e macht van het aantal
punten. Bij een groter probleem zal dan slechts een klein gedeelte
van de gereserveerde ruimte werkelijk worden gebruikt. Bij een
driehoeksnet met 20 punten bijv. zou voor de richtingen slechts
20% en voor de hoeken slechts 1% van de gereserveerde ruimte
worden gebruikt.
Het is duidelijk dat hier een andere oplossing moet worden
gezocht. Er is een oplossing gevonden waarbij een veel efficiënter
geheugengebruik gepaard gaat met een iets ingewikkelder wijze
van opbergen en terugzoeken.
Alle grootheden, betrekking hebbende op twee punten, d.w.z.
alle richtingen, argumenten, logaritmen van lengtegetallen, loga
ritmen van lengten (in het algemeen aangeduid onder de naam
lambda-grootheden) worden opgeborgen in het rooster
array Mam[i:2 x «lam] (5.5)
(zie regel 6).
Alle grootheden, betrekking hebbende op drie punten, d.w.z.
alle hoeken en logaritmen van lengteverhoudingen (in het algemeen
aangegeven onder de naam pi-grootheden) worden opgeborgen in
het rooster
array &pi[i:2 x «pi] (5-6)
(zie regel 6).
2 X «lam en 2 X «pi zijn het maximum aantal grootheden, dat
men in het rooster denkt op te nemen. Dit aantal moet door de
programmeur zelf tevoren worden bepaald.
Van de parallelliteit tussen de verschillende grootheden die in
de theorie van Prof. Baarda tot een complex getal worden verenigd,
wordt nu, evenals bij de coördinaten, gebruik gemaakt door de
betrokken grootheden op opeenvolgende plaatsen in het rooster
Mam resp. èpi op te bergenIn I, In s, In v op de oneven plaatsen en
<j>, r en a op de even plaatsen.
Overigens is de volgorde van opbergen per rooster in principe
volkomen willekeurig. Het rooster Mam begint bijv. met de volgende
inhoud:
[ln s3ij5 r31,5 ln ^13,27 ^1i3,27 In s535,i7 r535,i7 (5.7)