optreden. Het codegetal wordt achtereenvolgens vergeleken met
de in rooster alam opgeborgen codegetallen (regel n-15). Zijn de
twee codegetallen aan elkaar gelijk, dan wordt aan de logische
variabele g (regel 4) de waarde true toegekend, a krijgt de waarde
van het plaatsnummer van het codegetal in rooster «lam, en er
wordt gesprongen naar het einde van de procedure, aangegeven
door de label labi.
Heeft het zoeken geen succes gehad, dan wordt door de procedure
nog nagegaan, of lambda kii.p.v. lambda (i, k) gevonden kan
worden. Dit geschiedt alleen voor die waarden van p, waarvoor
lambda (i, k) lambda (k, i), dus voor p 1 en p 2, en voor
p 3 en p 4 indien niet een richting maar de logaritme van een
lengtegetal wordt gevraagd (regel 16). Wordt langs deze weg
resultaat geboekt, dan krijgt g weer de waarde true, evenals de
logische variabele ga (regel 4). a wordt weer gelijk gesteld aan het
nummer van de plaats in alam, waar het codegetal van de gezochte
grootheid gevonden is. Indien het zoeken geen resultaat heeft
opgeleverd behoudt g de waarde false, en a krijgt de waarde 1
toegekend.
De procedure b heeft soortgelijke werking. Indien het zoeken
van pi (j, i, k) geen succes oplevert wordt nog gezocht naar pi ki, j).
Wordt pi (j, i, kof pi ki, j) gevonden, dan krijgt g de waarde
true, wordt pi ki, j) gevonden, dan krijgt bovendien gb de waarde
true. Wordt noch pi ji, knoch pi ki, j) gevonden dan behoudt
g de waarde false, en b krijgt de waarde 1.
Een complicatie bij het terugzoeken
Bij zorgvuldige studie van het protocol blijkt, dat twee groot
heden, die in de theorie tot één complex getal worden verenigd,
in het proceduresysteem steeds één en hetzelfde codegetal krijgen
toegekend, dat ook slechts éénmaal in het rooster api wordt opge
nomen. Wanneer dan ook de zoekprocedure positief resultaat
oplevert (g: true) wil dit slechts zeggen, dat tenminste één van
beide grootheden met het desbetreffende codegetal in rooster Mam
resp. èpi aanwezig is. Of dit werkelijk de grootheid is, die men
zoekt, dient dan nog nader te worden onderzocht.
Dit onderzoek wordt mogelijk gemaakt door een truc. Door
middel van de procedure „schoonmaken" (regel 228-238) worden
alle Mroosters geheel gevuld met het getal io150, een getal dat zo
groot is gekozen, dat het nooit als resultaat van de berekening
van een der overige procedures kan worden verkregen. Wordt nu
een grootheid berekend en in een è-rooster ingevuld, dan betekent
dit, dat de waarde io150 overschreven wordt door de berekende
waarde. Geeft de zoekprocedure bij het zoeken van de desbetref
fende grootheid aan g de waarde true, dan wordt bovendien nog
onderzocht in het Mrooster of de gevonden waarde gelijk is aan
io150. Slechts indien dit niet het geval is, is de gezochte grootheid
werkelijk gevonden.
2Ö0