274
steeds hoger gekwalificeerde krachten in de opzet van reken
systemen.
Men kan nu de vraag stellen welke de consequenties zullen zijn
voor de man van de praktijk. Zal men in de praktijk algemene
methoden, als in dit artikel zijn aangegeven, appreciëren De man
van de praktijk bekommert zich bijv. vaak niet, of maar zeer
globaal, om nauwkeurigheid. Hij zal er vooral naar streven voor
die problemen, waar hij het meest mee te maken heeft, zo snel
mogelijk een programma te maken.
Voorzichtigheid bij het maken van voorspellingen is daarom
geboden. Het antwoord zal ook slechts door de praktijkman zelf
kunnen worden gegeven.
Zeker is, dat de rekenautomaat hoe langer hoe meer inburgert,
ook in de landmeetkundige praktijk, en tot een onmisbaar hulp
middel wordt. Een verdere toename van het gebruik is te verwach
ten. De ontwikkeling van ,,time-sharing"-systemen zal deze toename
zeker bevorderen. Door deze systemen zullen immers ook kleinere
bureaus en instellingen op den duur op grote rekenautomaten
kunnen gaan rekenen. En het zijn juist de kleinere bureaus en
instellingen, die zo veelvuldig voorkomen in de geodetische wereld.
Het gebruik van op ALGOL of soortgelijke taal gebaseerde, en
op een speciaal vakgebied gerichte programmeertalen zal voorlopig
nog wel op belangrijke praktische bezwaren stuiten. Vereist is nu
eenmaal een niet al te kleine automaat, uitgerust met een doel
treffende vertaler, en ook als deze zaken ter beschikking staan,
zal nog moeten worden bewezen dat de verschillen tussen de
vertalers geen doorslaggevende belemmering vormen.
Anderzijds mag echter worden verwacht dat genoemde bezwaren
door de ontwikkeling, zowel op het gebied van de „hardware'
als op het gebied van de „software" van de rekenautomaten zullen
verminderen.
Met name allerlei benaderingsmethoden gaan een onzekere
toekomst tegemoet, voorzover men het automatisch rekentuig wil
inschakelen. Vele benaderingsmethoden zijn er immers hoofdzakelijk
op gericht het aantal rekenkundige bewerkingen, en daardoor de
benodigde rekentijd, sterk te beperken. Maar, zoals wij reeds hebben
gezien, is de feitelijke rekentijd voor de automaat lang niet meer
zo belangrijk als voor de meer klassieke rekenhulpmiddelen.
Het is een bekend feit, dat verschillende benaderingsmethoden
een alleszins bevredigend resultaat leveren. Het gebruik van meer
strenge rekenmethoden (het begrip „streng" is betrekkelijk, en
wij wagen ons dan ook niet aan een definitie) is dan ook niet in de
eerste plaats te propageren, omdat dan betere resultaten zijn te
verkrijgen, hoewel deze overweging in sommige gevallen zeker
van belang zal zijn. Een uit het oogpunt van de moderne reken
techniek belangrijker reden is, dat strengere methoden veel
gemakkelijker tot een beperkt aantal grondprincipes zijn te her
leiden, terwijl ook het resultaat van de berekeningen gemakkelijker