28i
blad ligt. Zodra er een punt is berekend dat wel op het blad komt
te liggen, wordt een ruitkruisje getekend, gedraaid volgens de in
gelezen draaiingshoek. Vervolgens wordt X' weer met ioo.o
verminderd. Dit proces gaat zolang door totdat X' de waarde
1200.0 heeft bereikt. Dan wordt Y' met ioo.o vermeerderd,
waarna X' van 1200.0 tot +1200.0 oploopt, dan wordt Y'
weer met 100.0 vermeerderd enz. enz.
Het resultaat van deze berekeningen is dat de tekenstift zich
zig-zaggend over het tekenmateriaal beweegt, slechts dan bewegend
en ruitkruizen tekenend, indien de ruitpunten op het teken
materiaal komen te liggen. Dit wordt dus bereikt door het opbouwen
van coördinaatgetallen, uitgaande van het gegeven ruitpunt B.
Zodra nu alle ruitkruizen zijn gegraveerd, worden achtereen
volgens de puntnummers en de RD-coördinaten van de paspunten
ingelezen, waarna de laatste worden gereduceerd in het X', Y'-
stelsel en vervolgens gedraaid in het stelsel +-Graphomat, Y-
Graphomat. Dan worden deze punten gekaarteerd, ook pas nadat
is nagegaan of het betreffende paspunt op of buiten het teken
materiaal komt te liggen. Ligt het punt buiten het tekenmateriaal,
dan wordt het uiteraard niet gekaarteerd, doch het puntnummer
wordt door de aan de Z 25 gekoppelde telexmachine uitgetypt
waarna een volgend punt wordt ingelezen.
Om de 30 a 50 punten worden in de coördinatenlijst de coördi
naten van het ruitpunt B, voorzien van een fictief puntnummer
(in het voorbeeld 0001) gevoegd. Dit heeft tot doel om te kunnen
nagaan of de Z 64 geen accumulatie van tekenonnauwkeurigheden
vertoont, hetgeen kan geschieden door regelmatig eenzelfde punt
te kaarteren. Het laatste punt van de coördinatenlijst wordt
herhaald, waarbij echter het puntnummer wordt voorzien van een
minteken. Dit is voor de Z 64 een indicatie dat alle punten zijn
gekaarteerd waarna de tekenautomaat stopt.
Door een aan de Z 25 bevestigde uitwendige schakelaar die
rechtstreeks invloed kan uitoefenen op de afloop van het kaarteer-
programma kan bovendien nog worden geregeld dat naar verkiezing
het puntnummer in potlood rechts van de puntkaartering wordt
geschreven met behulp van een stylistisch lettertype.
3. Conclusie
Het heeft uiteraard alleen zin het aanbrengen van puntkaar-
teringen door de Z 64 te laten verrichten, indien er sprake is van
een redelijk aantal punten. Een aantal kleiner dan 30 kan in kortere
tijd gemakkelijker met behulp van een met de hand bediende
coördinatograaf worden gekaarteerd aangezien het tekenen van
het ruitennet slechts enige minuten in beslag neemt. Het tekenen
van een net van ruitkruizen op een blad van 80 x 80 cm door de
Z 64 vereist 15 a 20 minuten. Daartegenover staat dat men in dat
geval ruitkruizen heeft verkregen en geen hinderlijke, het kaart-