286 bekend voorbeeld hiervan is zijn ontdekking van stroken met sterke negatieve anomalieën aan de buitenkant van de eilanden- bogen in de Oost-Indische Archipel, welke hij toeschreef aan een sterke druk in de aardkorst, ten gevolge waarvan deze de zwaardere mantel binnendrong. Eenzelfde verschijnsel ontdekte hij bij de eilandenboog in West-Indië. Maar ook de randen der continenten, de Middel-Atlantische rug en nog vele andere gebieden maakten deel uit van zijn onderzoekingen. Na de tweede wereldoorlog namen jongere krachten de zwaarte krachtwaarnemingen over, terwijl V en ING Meinesz met de inter pretatie, in het bijzonder in geofysische richting, bleef doorgaan. Zijn theorieën over de convectiestromen in de mantel der aarde, waaruit hij de bewegingen der aardkorst verklaarde, hebben grote bekendheid verworven. Dikwijls is een bijzonder kenmerk van deze publikaties de sterk wiskundige inslag. Als begaafd mathematicus wist Vening Meinesz zijn geofysische problemen vaak met een wiskundig model te beschrijven. In zijn discussies met geologen ontstonden hierdoor wel eens moeilijkheden. Hij is, ook na zijn emeritaat als hoogleraar in i957> noS onver moeid blijven doorgaan met publiceren. In 1958 publiceerde hij tezamen met zijn vriend Prof. Heiskanen het standaardwerk „The Earth and its Gravity Field". In 1964 publiceerde hij „The Earth's Crust and Mantle" en nog dit jaar verscheen van zijn hand een publikatie in de Verhandelingen van de Koninklijke Akademie van wetenschappen. In wetenschappelijke organisaties op geodetisch en geofysisch gebied heeft Vening Meinesz een zeer vooraanstaande plaats ingenomen. Hij bekleedde vele jaren het voorzitterschap van de Rijkscommissie voor Geodesie en van de Internationale Geodetische Associatie en was van 1948 tot 1951 President van de Internationale Unie voor Geodesie en Geofysica. Naast zijn hoogleraarschap diende hij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut in de functies van curator, hoofddirecteur (1946-1951) en van presi dent-curator. Zijn wetenschappelijk werk heeft nationaal en internationaal grote erkenning gevonden. In 1927 werd hij reeds benoemd tot lid van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, in wier Verhandelingen vele van zijn publikaties verschenen. Hoge konink lijke onderscheidingen, vele buitenlandse ere-doctoraten en het lidmaatschap van buitenlandse Academies van Wetenschappen waren zijn deel. In zijn emeritaatsperiode ontving hij nog de Gouden Medaille voor Voortvarendheid en Vernuft van de Huisorde van Oranje en de Vetlesen-prijs van de Columbia University te New York, alsmede het lidmaatschap van de Pauselijke Academie van Wetenschappen te Rome. Maar behalve als geleerde maakte Vening Meinesz ook als

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 52