289
leiding uiteen hoe de samenwerking tussen de landmeetkundige dienst van
het kadaster, het laboratorium voor Geodesie en het rekencentrum van de
Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij tot stand kwam en hoe deze
in de praktijk functioneerde. Verder schetste hij de moeilijkheden die bij dit
onderzoek zijn gerezen en hoe deze tenslotte werden overwonnen.
Na deze inleiding hield Ir. G. Jacobs een voordracht over: Werkzaam
heden en ervaringen bij de terreinmetingen in Suawoude". In de hermeting
Suawoude (ca. 450 ha) is een vergelijkend onderzoek verricht naar het
verschil in de nauwkeurigheid, de tijdsduur en de kosten tussen de voer-
straalmethode, waarbij werd gemeten met optische afstandmeters en volgens
de conventionele meetlijnenmethode.
Ir. Jacobs sprak over de opzet van de meetkundige grondslag in beide
gevallen en over de samenstelling van de meetploegen bij beide methoden.
Hij ging uitvoerig in op de manier van opneming bij de voerstraalmethode
en bij de meetlijnenmethode. Tevens besprak hij de speciale voorschriften
die in verband met de mechanische verwerking aan de opneming volgens de
voerstraalmethode moeten worden gegeven. Omdat het noteren van de
waarnemingen geschiedt op de informatiebladen van de IBM 1232, werd de
wijze van invullen van deze formulieren nader uiteengezet.
Ir. M. J. M. Bogaerts behandelde het onderwerp: „Resultaten van nauw-
keurigheidsonderzoek". Bij dit onderzoek waren metingen in drie gebieden
betrokken, nl. in de Loenermark, in de hermeting Suawoude en in de her
meting Dinther.
Uit de metingen in de Loenermark bleek, dat met verschillende typen
dubbelbeeldafstandmeters vrijwel even snel en nauwkeurig kan worden
gemeten. De standaardafwijking in de lengtemeting is evenredig met de
lengte en bedraagt ongeveer 2 cm per 100 m. Uit het vergelijkend nauw-
keurigheidsonderzoek in Suawoude bleek dat de voerstraalmethode en de
conventionele methode ongeveer gelijkwaardig zijn. In Dinther werden
2672 met de meetband gemeten eigenmaten vergeleken met de uit coördi
naten berekende afstanden, die door middel van de optische lengtemeting
waren verkregen. De standaardafwijking in de verschillen was 3 cm.
Na de lunchpauze, waarin gelegenheid was het nieuwe Aulacomplex van
de Technische Hogeschool te bezichtigen, hield Ir. M. J. M. Bogaerts een
lezing over de automatisering van de controle op de eigenmaten, de grootte
berekening en de kaartering.
Er is één informatieblad van de IBM 1232 ontworpen om de gegevens uit
de veldwerken over te nemen die nodig zijn voor bovengenoemde drie
bewerkingen. Deze gegevens en de coördinaten van de gemeten punten dienen
als invoer voor het programma „Berekening controle eigenmaten". In
dit programma worden de eigenmaten uit coördinaten berekend en ver
geleken met de gemeten eigenmaten. Daarnaast wordt in dit programma
nagegaan of grootteberekening van de percelen mogelijk is.
In een tweede rekenprogramma worden de grootten van de percelen
berekend en wordt een bestand ponskaarten of een magnetische band voor
zien van coördinaten en tekeninstructies om als invoer te dienen voor een
elektronische tekenmachine.
Ir. M. J. Hoek waarschuwde in zijn lezing „Automatische verwerking der
gegevens" voor een al te groot optimisme ten aanzien van de verwerkingstijd
van de meetgegevens bij de inschakeling van een elektronische rekenmachine.
Hij gaf aan welke veranderingen in de rekenprogramma's zijn aangebracht
als gevolg van de reeds opgedane ervaring. In zijn lezing vergeleek hij
de Gerber-tekenmachine met de Zuse-Graphomat.
Omdat de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij 5000 ha ruil
verkavelingsovereenkomsten volgens deze nieuwe methode zal opnemen,
sprak Ir. Hoek over de wijze waarop dit bij de landmeetkundige dienst zal
worden georganiseerd.
In zijn nabeschouwing sprak Prof. ir. G. F. Witt over de tijd- en de
kosten vergelijking van de voerstraal- en de conventionele methode. Uit
het onderzoek dat in Suawoude is gehouden, blijkt dat het verschil tussen