Fotografie en graveren zijn in de afgelopen jaren bij de Kadastrale
dienst meer en meer geperfectioneerd.
Met de in ons vorige artikel voor de reproduktie-inrichting van
het Kadaster aangekondigde precisie-camera, een Klimsch super-
autohorica, is sedert de in gebruikneming veel precisie-werk verricht.
Een beschrijving van dit apparaat, dat nog steeds in een grote
behoefte voorziet, is gegeven in (25). Niet alleen door het veelvuldige
gebruik, maar evenzeer door zekere tekortkomingen in de oor
spronkelijke constructie (met het verplaatsen van betrekkelijk
grote metalen massa's tijdens het gebruik was in een te geringe mate
rekening gehouden, waardoor ernstige slijtage verschijnselen op
traden), was deze camera aan een grondige revisie toe.
Een belangrijke steun in de fotografische sector van de repro
duktie-inrichting is sedert enkele jaren het ontschrankingstoestel
SEG-V van de firma Zeiss-Aerotopograph. Dit apparaat wordt niet
slechts gebruikt om luchtfota's op paspunten of overeenkomstig de
schaal van bestaande kaarten te ontschranken, maar ook voor het
op maat brengen van gedeformeerde kaarten. Bij deze zgn. carto
grafische ontschrankingen kan een nauwkeurigheid van 0,1 a 0,2 mm
worden behaald. (Zie (26).)
Bij het vervaardigen van kaarteerbladen met behulp van lucht
foto's wordt sedert enige jaren geen gebruik meer gemaakt van de
Wieneke-folie. Dit materiaal was qua basis weinig maatvast en
wat de graveerlaag betreft zeer wisselend van samenstelling. Zeer
goede resultaten worden ook bij het Kadaster verkregen met de
Stabilene graveerfolie van de firma Keuffel Esser. Bij de Foto-
grammetrische dienst van het kadaster wordt de groengekleurde
graveerlaag geprefereerd.
Bij het noodzakelijke kopieer- en montagewerk om te komen van
kaarteerblad tot kadastraal bijblad (bij de ruilverkavelingsproce
dure via het Werkplan II) wordt uitsluitend van Stabilene gebruik
gemaakt. Daarbij spelen zowel het ongeëmulsioneerde materiaal
als dat waarop een graveerlaag en tevens een diazolaag zijn aan
gebracht een rol. (Zie (27).) Het kadastrale bijblad wordt, zoals al
jaren gebruikelijk, op gewapend papier aangebracht. Indien de
kaartering niet direct op dit materiaal kan plaats vinden, maar
tussenfasen op Stabilene nodig zijn, oient het gewapend papier
eerst door een lakkeerprocédé geschikt te worden gemaakt om er
een kopie op te kunnen overbrengen. De beschrijving van Stabilene
bladen vindt, met uitzondering van de perceelsnummering, centraal
bij de Fotogrammetrische dienst plaats.
Het gebruik van rasters
In het vorige artikel van de Werkgroep voor Kaartreproduktie
werd geen aandacht geschonken aan de toepassing van rasters in de
cartografie. Voor een juist begrip van de werking van rasters en voor
het bepalen van de te gebruiken rastersoort is het gewenst uitvoe
riger op dit onderwerp in te gaan dan in het vorige artikel van de
301