3i7 Over de lotgevallen, na 1752, van het hier te bespreken instrument is slechts bekend, dat het toestel zich in 1928 bevond in het Kamer- lingh Onnes-Laboratorium te Leiden. Dit stond het apparaat in genoemde jaar in bruikleen af aan het „Nederlandsch Historisch Natuurwetenschappelijk Museum", dat toen te Leiden werd op gericht en later is omgezet in het „Rijksmuseum voor de Geschiede nis der Natuurwetenschappen" (in het vervolg kortheidshalve aangeduid als „het Museum"). Het instrument bevindt zich thans aldaar en kan door belangstellenden worden bezichtigd. Door het Museum zijn diverse pogingen aangewend om nadere gegevens te verkrijgen omtrent de lotgevallen van het instrument. Er werd dienaangaande geïnformeeid bij diverse in aanmerking komende instanties 1), doch al deze naspeuringen hebben geen positief resultaat opgeleverd. De hier volgende beschrijving van het toestel en het gebruik daarvan d.w.z. het gebruik dat daarvan zou kunnen worden gemaakt is dan ook alleen gebaseerd op een bestudering van het toestel zelf (afgezien van een korte bewaard gebleven notitie, waarop nog zal worden ingegaan). Het instrument is bevestigd in een mahoniehouten kist, lang 47, breed 27, hoog 23 cm. De kist heeft als het ware drie ver diepingen 2)de bovenste is te zien na opklappen van het deksel na aflichten van de bovenplank (met kompas, randverdelingen, wijzers enz.) ziet men de middelste verdieping, terwijl men de Afb. 3. Het instrument met opgeklapt deksel L'instrument avec le couvercle levé 9 NI. het Koninklijk Huisarchief, de Koninklijke Bibliotheek, het Alge meen Rijksarchief (alle te 's-Gravenhage) en het Rijksarchief in Friesland (te Leeuwarden). 2) Resp. afb. 3, 4, 5.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 27