333 II. Natuurlijke waarden in zeven decimalen van sinus, cosinus, tangens, cotangens, secans en cosecans voor sexagesimale graden met decimale onderverdeling van de graad, interval III. Natuurlijke waarden in zeven decimalen van de zes onder II genoemde functies met als argument de tijd (volle cirkel 24 uur). Het interval is 10s. IV. Een verzameling hulptafels van verschillende aard. Deel I zal voor vele geodeten wel het belangrijkst zijn. Wie niet genoeg heeft aan de acht decimalen van de tafel van Brandicourt en Roussilhe had voorzover mij bekend tot nu toe slechts de tafel van De Groot in tien decimalen ter beschikking, wanneer men afziet van enkele fundamentele tafels waarbij de functiewaarden slechts met een groot interval zijn berekend. De tafel van De Groot heeft een interval van 0,1 gr, waardoor derdegraadsinterpolatie nodig is. Bij deze tafel van Elznic is het interval tienmaal zo klein waardoor men in de regel met het gebruik van de eerste en tweede differenties kan volstaan. Deze differenties zijn in de tafel vermeld terwijl de interpolatiecoëfficiënten van Newton kunnen worden opgezocht in aparte tabellen die, op dun karton gedrukt, ook los bladig zijn bijgevoegd. Cotangenten van hoeken tussen o gr en 2 gr worden met behulp van de getabuleerde functie a cotg a berekend bij cotangenten van hoeken tussen 2 gr en 10 gr moet rekening worden gehouden met de derde differenties, die niet getabuleerd zijn. Deel II gebruikt voor de argumentwaarden de in de geodesie mmder toegepaste decimale onderverdeling van de sexagesimale graad. Het is deze verdeling waarvan in het Leerboek der Landmeet kundevan Schermerhorn en Van Steenis gezegd wordt dat ze voor de landmeetkunde vijftig jaar te laat is uitgevonden. Deze opmerking zou misverstanden omtrent de ontwikkelingsgeschiede nis van de landmeetkunde kunnen wekken, want in Gouda verscheen in 1633 een tafel die op deze verdeling gebaseerd was: Trigonometria Bntannica door H. Briggs en H. Gellibrand. Deze tafel bevat de sinussen in 15, de tangenten en secanten in 10 decimalen; het inter val is 0,01 Op dit werk is de tot nu toe waarschijnlijk bekendste tafel voor deze verdeling gebaseerd, nl. die van J. Peters (iqi8 1942) m zeven decimalen. Ook Elznic heeft zijn tafel aan die uit 1033 getoetst; hij vermeldt enige drukfouten die Peters kennelijk met gevonden, althans niet genoemd heeft. Ten opzichte van de tafel van Peters brengt dit tweede deel van het hier besproken werk mets nieuws. Het interval is hier tienmaal zo groot, maar behalve voor de cotangenten en cosecanten van kleine hoeken enz. kan met eenvoudige lineaire interpolatie worden volstaan. De ge bruiker van deze verdeling, die de tafel van Peters niet ter beschik king heeft zulke wat oudere werken zijn vaak moeilijk of niet te krijgen zal deze tafel zeker met vreugde begroeten. Het is wellicht dienstig hier nog te vermelden de Tables of Sines and

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 43