294
de „beoefenaren van de landmeetkunde en verwante wetenschap
pen" voor het werk van de in 1958 opgerichte Kartografische Sectie
van het K.N.A.G. heeft zich ontwikkeld tot een daadwerkelijke
deelname aan de activiteiten van deze nieuwe vereniging in de
Nederlandse kring van geo-wetenschappen. Het gevolg van deze
integratie van alle kaartvervaardigende groepen in Nederland is
geweest dat er aan verschillende zijden een beter begrip voor het
veelsoortige aspect van de cartografie is ontstaan, waaruit tastbare
resultaten, als betere en meer doeltreffende werkwijzen en betere
kaarten zijn voortgekomen.
In 1957 was een internationaal georiënteerd opstel over de kaart-
repioduktietechniek iets nieuws. Het verwerken van een in 1956 te
München gehouden internationale cursus in het artikel van de
leden van de Nederlandse werkgroep accentueerde een beginnende
vorm van regelmatig internationaal contact. Op blz. 85 (K. en L.
1957) wordt gesproken over de plannen „tot oprichting van een
Internationaal Genootschap voor toegepaste cartografie".
Hoe belangrijk de afgelopen jaren voor de organisatie van de
cartografenwereld zijn geweest, blijkt wel uit het thans bestaan
van een zeer actieve International Cartographic Association (I.C.A.),
waarin ruim dertig landen zijn vertegenwoordigd. Het plan voor
een internationale cartografische vereniging ontstond tijdens de
zgn. Esselte conferentie te Stockholm in 1956. Verdere inhoud
werd aan dit plan gegeven op de tweede (on-officiële) internationale
cartografische conferentie te Chicago, 1958.
Het in 1957 vaag aangeduide „Internationaal Genootschap"
werd in 1959 te Bonn officieel opgericht, hield in 1961 zijn eerste
congres te Parijs, in 1962 zijn eerste Technische conferentie te
Frankfurt/Main en in 1964 de tweede Technische conferentie te
Edinburgh. Om verder de zo plotseling opgekomen intensivering op
vak- en verenigingsgebied te demonstreren, kunnen we wijzen op
de in vele landen opgerichte cartografische verenigingen met hun
inherente periodieken en op het „Internationales Jahrbuch für
Kartographie", uitgegeven door Bertelsmann Verlag, onder redactie
van Prof. Ed. Imhof (verschenen: jaargang 1961, '62, '63, '64). De
internationale cursus voor kaartreproduktietechniek te München
werd intussen een tweede maal gehouden in i960.
Het bestaansrecht, dwz. de achtergrond van deze organisaties,
congressen en publikaties wordt gevormd door de toenemende
wereldbehoefte aan kaarten. Dit wordt hier in zijn simpelste vorm
gezegd, omdat we in dit artikel geen ruimte in beslag willen nemen
voor een gedetailleerde uitwerking van die bewering. De hiervoor
geconstateerde overvloed aan cartografische litteratuur kan trou
wens het gewenste commentaar aan de belangstellende lezer
leveren. Er is echter één vertragende factor in de realisering van
deze kaartenhonger opgesloten, die niet duidelijk zichtbaar is voor
een oppervlakkige beschouwer van de cartografie: de nog altijd
grotendeels manuale techniek.