340 Vereniging van Hypotheekbewaarders Van het bestuur van bovengenoemde vereniging ontvingen wij ter publi cering het volgende door dat bestuur namens zijn vereniging uitgebrachte verslag. Verslag over het Rapport van de Staatscommissie in zake het Kadaster Bij K.B. van 12 augustus 1957 nr. 35 werd een Staatscommissie ingesteld met de opdracht van advies te dienen in zake de maatschappelijke functie, die het kadaster dient te vervullen. Deze commissie (hierna kortheidshalve aangeduid als SC) bracht in 1965 rapport uit onder overlegging van een ontwerp van een Kadasterwet en een ontwerp K.B. betreffende taak, samen stelling en werkwijze van een Kadasterraad. Het is volstrekt niet onze bedoeling een uitputtende critische beschouwing over het een en ander te verstrekken. Wij achten dat niet op zijn plaats, omdat wij de stof principieel geheel anders benaderen dan de SC deed. Zo achten wij het op zijn minst twijfelachtig of het aangaat om uit te gaan van een dienst van Kadaster en Hypotheken". Ongetwijfeld staat het houden van kadastrale kaarten en registers ten nauwste met het burgerlijk recht in verband (blz. 14 rapport). Daarmede is evenwel nog niet gezegd, dat die feitelijke situatie in de rechtsorde steun vindt. Voor een uitwerking van dit punt en van een aantal daarmede verband houdende aangelegenheden verwijzen wij naar D. P. A. Nakken in W.P.N.R. 4892 e.v. De wijze, waarop de SC de materie tegemoet treedt komt o.i. ook in ander opzicht met de rechtsorde in conflict. De SC laat weten, dat zij overeen komstig de uitspraak van de Tweede Kamer der Staten-Generaal op Prof. Meijers' vraagpunt 1 met het oog op het nieuwe B.W. handhaving van het zgn. negatieve stelsel wenst. Daarmee is o.i. niet te rijmen het voorstel om de regelingen nopens de openbare registers en de bewaarders (artt. 1265 e.v. B.W.) uit de codificatie te lichten en naar een Kadasterwet over te brengen. Volgens de gedachtengang der SC vormen de openbare registers een hulpmiddel voor de bijhouding van ,,het Kadaster". Naar de huidige orde is het juist omgekeerd en vormen de kadastrale gegevens hulpmiddelen. De SC maakt van ,,het Kadaster" een doel in plaats van een middel! De SC roept naast het privaatrechtelijke een administratiefrechtelijk eigenaarschap in het leven (vgl. art. 2b ontwerp-Kadasterwet). Reeds thans blijken de burgers bij herhaling geneigd (fiscale) kadastrale tenaamstellingen (van percelen) in een daartoe bestemd fiscaal register (de kadastrale legger) als aanduidingen van het (privaatrechtelijk) eigenaarschap op onroerende goederen te beschouwen. Naar het zich laat aanzien zal de miskenning van het onderscheid tussen de privaatrechtelijke sfeer en hetgeen daar buiten om gaat bij aanvaarding der voorstellen van de SC nog veld winnen. Men lette ook op de procedure (eventueel in drie instanties) volgens art. 15 van het ontwerp-Kadasterwet, die tot een administratiefrechtelijke uitspraak leidt. Deze beslissing praejudicieert niet aan de rechtstoestand zelf van de onroerende zaak! (rapport blz. 64). Wij kunnen niet inzien, dat een zodanige opzet de rechtszekerheid bevordert. Evenmin kunnen wij de SC volgen als zij meent, dat de invoering van een administratiefrechtelijk eigenaarschap met de strekking van het zgn. negatieve stelsel in overeenstemming is. Bij dat stelsel is de overheidsbemoeiing tot het uiterste beperkt. De SC gaat juist de tegenovergestelde richting uit. Vgl. C. G. van Huls in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde 1965, blz. 241. Aan de voorgestelde vernieuwing van kadastrale kaai ten en registers (hoofdstuk IV van het ontwerp-Kadasterwet) bestaat o.i. in de particuliere sector geen behoefte. Een vernieuwing als de voorgestelde, zonder titel- zuiverend effect, levert bij het zg. rechercheren van titels allerlei problemen op. De kosten aan zodanige vernieuwing verbonden lijken ons dan ook niet verantwoord. Volgens ons B.W. zijn de rechtsgrenzen beweeglijk, fe meer bevreemdt het ons, dat de SC het conserveren van landmeetkundige gegevens

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 50