34i betreffende de omvang van privaatrechten als een overheidstaak beschouwt. Naar het geldende recht zijn het de burgers zélf, die het initiatief tot het bepalen van de omvang van hun rechten nemen (art. 678 B.W.). De kadastrale boekhouding steunende op de K.B.'s van 6 december 1825 nr. 163, 1 augustus 1828 Stb. 52 en daarop aansluitende regelingen van de uitvoerende macht sluit niet op het stelsel van onroerend goed van het B.W. aan. Die administratie berust nog steeds op een fiscaalrechtelijke grondslag. Anderzijds is het niet mogelijk om anders dan via die boekhouding de weg tot een over- of inschrijving te vinden (vgl. art. 37 der wet op het Notarisambt). Een zodanige opzet gaat tegen ons burgerlijk recht in. Het is dan ook o.i. allesbehalve vanzelfsprekend, dat de SC deze administratie wil handhaven en daarop zelfs wil voortbouwen. Te minder, omdat deze administratie niet zo sluitend is als men wel meent. Kadastrale vernummeringen, verenigingen, splitsingen en herkaarteringen zo goed als redresseringen bemoeilijken het zgn. titelonderzoek en maken dat zelfs in bepaalde gevallen onmogelijk. Bij gedeeltelijke percelen doen de problemen zich bij uitstek gelden. In de praktijk bedient men zich dan ook bij herhaling van een informele boekhouding op persoonsnamen. Gezien de dagelijks voorkomende moeilijkheden verband houdend met het kadastraal-historisch onderzoek hebben wij ons afgevraagd of het mogelijk is tot een bevredigender oplossing te komen. Misschien is er reeds veel gewonnen, als partijen in hun stukken behalve naar de aankomsttitels naar extracten-plans en meetgetallen behoren te verwijzen. Bij afwijking tussen de onroerende objecten van de voorgaande overeenkomst en de nieuwe transactie komt dan het aanvragen van een meting en een nieuw extract plan aan de orde. Het is in ieder geval geboden te streven naar een opzet, die via de openbare registers d.w.z. met eerbiediging van het zgn. nega tieve stelsel tot nauwkeurige objectsconcretiseringen in staat stelt. Wij merken nog op, dat sommige bewaarders der openbare registers van het B.W. ook dergelijke registers betreffende zee-, visserij- en binnenschepen onder hun hoede hebben. De bewaarder te 's-Gravenhage houdt het lucht- vaartuigenregister aan. Het is merkwaardig, dat uit het rapport der SC niet blijkt, dat voor de publikaties in al deze registers één regime geldt. Uitbrei ding van de categorieën registers is trouwens mogelijk en niet denkbeeldig. Tenslotte wil de Vereniging haar verwondering erover uitspreken, dat geen hypotheekbewaarder van de SC deel heeft uitgemaakt. De deelneming van twee onzer aan een werkgroep van de technische subcommissie betrof slechts het onderzoek naar de mogelijkheid van automatisering van de kadastrale boekhouding. Getekend ter respectieve woonplaatsen in de maand augustus 1966, Mr. L. F. Berretty Mr. K. H. A. Heiser D. Molegraaf, k.-n. Mr. D. P. A. Nakken, k.-n. Fédération Internationale des Géomètres Van 2 tot 12 september 1968 zal in Londen het 12e internationale congres van de F.I.G. worden gehouden. Inlichtingen: The Secretary-General, The International Federation of Surveyors, 47, Tothill Street, London, SW 1, England. Abonnementstarief Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde Aangezien in de laatste jaren de drukkosten van het Tijdschrift zodanig zijn gestegen dat een sluitende exploitatie niet meer mogelijk is, heeft het Hoofdbestuur van de Nederlandse Landmeetkundige Federatie in haar vergadering van 18 november j.l. moeten besluiten tot verhoging van het abonnementstarief.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1966 | | pagina 51