295
Er wordt in het artikel uit de jaargang 1957 gezegd dat „het
hoofdthema dat de deelnemers aan de internationale cursus voor
kaartreproduktie hebben kunnen beluisteren was: mechanisatie"
Kenmerkend voor de ontwikkeling van de cartografie is dat toen
(in 1956) het woord automatisering nog niet voorkwam, maar dat
wij nu, in 1966, een gedeelte van ons artikel aan die automatisering
moeten wijden. In de tien jaren die er sedert ons vorig rapport zijn
verlopen, is de positie van de goede, traditionele handvaardigheid
van de kaartenmaker niet aangenamer geworden en het gaat tegen
de tendentie van de maatschappelijke en technische ontwikkeling
in om vol te houden, dat het zorgvuldig en uiterst fijn uitgevoerde
kaartteken(graveer)werk bij alle kaarttypen op zijn plaats is. Er is
in de afgelopen tien jaren veel nagedacht en geëxperimenteerd met
als resultaat dat nu, anno 1966, de automaten, die handen en ogen
van de tekenaar vervangen, in bedrijf worden genomen. De tendentie
bij al dat nadenken en experimenteren is in dit tijdschrift al eerder
beschreven. Koeman vatte de hoofdopgave van de cartografie
samen in het jubileumnummer van K. en L. in 1959. Hij noemde als
de twee nieuwe vormen van cartografiea) het met de tekenauto
maat geconstrueerde grafische kaartbeeld; b) het luchtfotobeeld
als gelijkwaardig cartografisch document.
In het artikel in K. en L. 1957, blz. 84, wordt gezegd dat de
volgende beschouwing omtrent de kaart het uitgangspunt in de
cartografie is:
„De kaart is een werktuig dat tengevolge van het zeer sterk toe
genomen aantal gebruikers in massaproductie moet worden ver
vaardigd. Deze eis, die onze samenleving stelt, is slechts met in
schakeling van rationele werkmethoden te vervullen. Impliciet
met deze eis werd gesteldde beste teken- en reproduktietechniek
is voor een kaart nog nauwelijks goed genoeg".
Het blijkt thans echter nog onmogelijk om deze eis: „de beste
teken- en reproduktietechniek voor kaarten" te combineren met de
eis tot automatisering.
Wanneer grote topografische diensten en andere kaarterings-
instituten, die miljoenen ha op schalen 110 000-150 000 in kaart
moeten brengen, op de klassieke manier voortgaan, komt het eind
product niet op tijd of nooit klaar en is in het eerste geval al ver
ouderd als het gereed is. Rationele methoden, met de handen van
een tekenaar toegepast, zijn in die gevallen onvoldoende. Alleen
de tekenautomaat en de als (ortho-)luchtfoto gereproduceerde
kaart kunnen de acute kaarteringsproblemen van omvangrijke ge
bieden oplossen. Het „type" van zulke kaarten is verschillend van
het ons bekende klassieke type. De grafische kwaliteit is inferieur
t.o.v. de met de hand getekende kaart. Terwille van die argumenten
moeten esthetische eisen, aan de grafiek gesteld, worden opgeofferd.
We willen nog eens uitdrukkelijk vaststellen dat deze automatische
procédés voorlopig alleen voor de zgn. basiskaarten op de schalen
11000-1:25 000 zijn ontwikkeld. Er blijft dus nog een zeer groot