1 hoeken en uit 9 netsvergelijkingen eveneens een standaardafwijking van 3 a 4' kan worden gevonden. Een vereffening van het gehele net heeft echter tot dusverre nooit plaats gehad. Evenals Snellius heb ik, om de reeds genoemde redenen, ver ondersteld dat de metingen in een plat vlak hebben plaats gehad. Om na te gaan hoe, na de vereffening, het driehoeksnet past op de 14 hoekpunten waarvan de coördinaten in het stelsel der R.D. bekend zijn, ben ik van de fictie uitgegaan dat dit platte vlak samenvalt met het projectievlak der R.D. De fouten die hierbij worden begaan de lezer zal dit straks bemerken vallen in het niet bij die welke worden veroorzaakt door de gebrekkige hoek- meetinstrumenten waarmee Snellius moest werken. Beschouwt men het driehoeksnet aan de hand van fig. 1, dan ziet men dat in het zuiden de driehoek WBBz, zonder enige verdere controle dan dat de som der gecorrigeerde hoeken 52 t/m 54 1800 moet zijn, op de lijn WB is opgebouwd. De voorwaarde in deze driehoek luidt (89°25' ^52) (43°24' Pw) (470l5' p5i) 1800 of, als men de correcties p in minuten uitdrukt: pa pf,z ^>54 4>00 pbz P53 Psa i,33' zijn hiermee reeds vastgesteld. De overige waarden pi (i 1^51) hangen samen in de resterende voorwaardevergelijkingen 1 t/m 29 in het gedeelte van het net ten noorden van de lijn Willemstad-Breda. Men kan deze voorwaardevergelij kingen het gemakkelijkst op sporen met de methode die Harkink in dit tijdschrift heeft behandeld [9]. Het blijkt dat er 10 waai er vergelijkingen zijn, 10 veelhoeksvergelijkingen en 9 netsvergelij kingen. Ze zijn alle verzameld in het schema van tabel 1 waaruit ze in de 29 kolommen kunnen worden afgelezen. De waarden W onderaan in die kolommen stellen de bekende termen voor van de diverse vergelijkingen. Zo leest men uit de eerste kolom de eerste voorwaardevergelijking (a) af. Ze luidt pi p\z ^16 3>00 °- Immers na vereffening moet de som van de in Leiden gemeten hoeken 4 en 13 gelijk zijn aan hoek 16. De andere waaiervergelij- kingen zijn als b t/m j vermeld. De veelhoeksvergelij kingen dragen de letters k t/m t. De eerste ervan luidt: pi pi p3 1,00 o. Ze betreft de correcties aan de hoeken van de volledig gemeten driehoek LHgG. I t/m t, die men desgewenst zelf uit fig. 1 gemakke lijk kan opsporen, leest men op even eenvoudige wijze af. In de netsvergelij kingen die als u t/m y in de tabel staan is het verband met fig. 1 zonder meer niet duidelijk. Ik geef ze daarom eerst in een andere gedaante. 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 12