15
Tabel 4
Correcties P(. 1 51) insex.rr
inuten
1
2,668
10
- 1,016
19
- 3,168
28
- 4,877
37
3,984
46
0,679
2
- 0,671
11
- 1,316
20
- 0,503
29
2,364
38
2,721
47
- 2,607
3
- 0,997
12
3,687
21
1,671
30
- 1,691
39
- 0,642
48
- 2,863
4
- 3,606
13
1,199
22
- 4,632
31
1,616
40
1,715
49
3,725
5
1,935
14
1,174
23
2,487
32
- 1,130
41
- 1,126
50
- 2,863
6
0,671
15
- 2,373
24
4,145
33
- 2,486
42
- 1,589
51
- 1,194
7
- 2,402
16
0,593
25
0,712
34
3,415
43
- 4,258
8
- 2,726
17
- 0,811
26
0,119
35
0,558
44
- 8,428
9
1,499
18
- 1,782
27
- 4,579
36
1,996
45
6,588
Een overzicht van de hoeken van de driehoeken zoals Snellius
die heeft gemeten, van de correcties p die daaraan door mij werden
berekend en van de vereffende waarden van die hoeken vindt men
in de kolommen 6, 7 en 8 van tabel 5. Kolom 5 verwijst naar het
nummer dat ik in fig. 1 voor de verschillende hoeken heb gebruikt.
De kolommen 2 en 3 geven het nummer van het problema en de
bladzijde waarop het in de E.B. voorkomt. In kolom 9 staan de
hoeken vermeld zoals ik die uit de coördinaten van de R.D. heb
berekend. Ze zijn gecorrigeerd voor het hoekje tussen boog en
koorde. In elke driehoek is hun som dus groter dan 1800. Het
sferisch exces E is nog eens afzonderlijk in kolom 10 vermeld.
In deze kolom komen tevens de verschillen v voor tussen de R.D.-
waarden van de hoeken en de bedragen die daarvoor bij de ver
effening zijn vastgesteld. Deze verschillen zijn vaak groot en, af
gezien van mogelijke identificatiefouten, veelal te wijten aan de
zwakke constructie van het net.
Van de 54 hoeken die hebben gediend om de onderlinge ligging
van de 14 punten te bepalen heeft Snellius er het onevenredig
grote aantal van 13 een kwart dus gemeten in zijn woonplaats
Leiden. In Rotterdam zijn in het geheel geen waarnemingen
verricht. Daar Gouda in de driehoek L UD al een uitstekend centraal
punt is (al is het jammer dat hij er de hoek UGD niet heeft gemeten)
bestaat aan het station Oudewater weinig behoefte. Zijn familie
bezoek aan Oudewater ik heb het reeds vermeld heeft hem
er toe gebracht het toch in zijn net op te nemen. De afstand OG is
slechts ca. 11 km. Het is verreweg de kortste zijde van het net.
Bovendien is de combinatie van hoeken die voor de bepaling van
het punt is gebruikt dermate ongelukkig, dat in de voorwaarde-
vergelijking z (nr. 26) correcties aan wel 13 hoeken optreden.
Haarlem is zeer slecht bepaald ondanks (zie volgnr. 10 van tabel 5)
de geringe correcties p die aan de hoeken Hg (26) en L (25) van de
driehoek HgLHl moesten worden aangebracht. De scherpe hoek Hl