20 63°26' en 54°o8' in Leiden en Utrecht veranderd in resp. 6f03' en 54°29'. In zijn bewerking van de waarnemingen van Snellius wijzigt Van Musschenbroek (1692-1761) deze grove vergissingen, die aan identificatie-fouten zouden moeten worden toegeschreven, opnieuw [10]. Hij maakt er van 16 Ó3°23' en 17 54°25'- De hoek in Dordrecht (18) stelt hij op 62°i2' vast. Die in Leiden (16) komt nu weer nagenoeg overeen met de oorspronkelijke waarneming van Snellius. De hoeken in Utrecht en Dordrecht wijken echter ca. 21' en 19' van de gegevens van de R.D. af. Nadat gedurende meer dan twee eeuwen het werk van Van Musschenbroek als een verbetering van dat van Snellius was beschouwd, heb ik in i960 (zie litt. [1], blz. 26) de oorspronkelijke waarnemingen van Snellius in ere kunnen herstellen. In [3] heb ik later meer diepgaand de onbetrouwbaarheid van Van Musschen- broeks bewerking aangetoond. Omdat daar slechts een beschouwing over de basesnetten aan de orde was verdient het aanbeveling aan de toen genoemde voorbeelden er hier nog een toe te voegen, dat betrekking heeft op de berekening van het driehoeksnet. Ik zou het met vele andere kunnen uitbreiden. Het betreft de hoeken rondom het centrale punt Dordrecht. Ik heb ze in kolom 1 van tabel 6 aangeduid met het nummer dat ze in fig. 1 hebben. In de kolommen 2 t/m 4 staan de bedragen die op de waarnemingen van Snellius betrekking hebben. Ze zijn met de R.D.-waarden uit kolom 5 overgenomen uit tabel 5- In kolom 6 vindt men de hoeken Tabel 6 N2 hoek Erat. Batavus R.D. Mag n. terrae Verschillen V waarn. corr. p vereffend .vereff." probl. blz. 5-6 5-4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 0 1 0 0 1 O 1 1 1 36 54 12 2,00 54 14,00 54 15,35 54 00 XXXVI 414 15,35 1,35 5 25 50 1,94 25 51,94 25 51,95 25 49 TVT 405 2,95 0,01 36-5 28 22 0,06 28 22,06 28 23,40 28 11 12,40 1,34 18 62 28 - 1,78 62 26,22 62 31,28 62 12 YTT 407 19,28 5,06 32 44 20 - 1,13 44 18,87 44 24,67 44 04 XXXII 412 20,67 5,80 34 72 15 3,42 72 18,42 72 15,09 72 10 XXXV 413 5,09 - 3,33 40 66 11 1,72 66 12,72 66 08,87 66 13 415 - 4,13 - 3,85 38 86 19 2,72 86 21,72 86 16,69 86 19 414 - 2,31 - 5,03 359 55 5,01 360 00,01 360 00,00 359 09 51,00 - 0,01 uit het werk van Van Musschenbroek en in 7 en 8 de vermelding van de plaats in diens Magnitudine terrae waar ze zijn te vinden. Men ziet dat aan de som van die hoeken bij hem 51' ontbreekt (bij Snellius slechts 5'). Een vergelijking tussen de verschillen in de kolommen 9 en 10 spreekt eveneens boekdelen. De lezer zal

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 22