21
het met mij eens zijn dat elke verdere beschouwing over het werk
van Van Musschenbroek achterwege kan blijven.
Veel minder mooi dan in de driehoek LDU is in tabel 5 de over
eenkomst tussen de kolommen 8 en 9 voor de eveneens volgemeten
driehoek DUZ (volgnr. 16), ondanks de kleine correcties p die aan
de waarnemingen moesten worden aangebracht. Ook de driehoeken
DZB (volgnr. 17) en DWB (volgnr. 20) geven geen mooie overeen
stemming. De minder sterke constructie van het net waardoor,
afgezien van mogelijke identificatiefouten, grote fouten in de ge
meten hoeken in de berekende correcties p aan die hoeken niet tot
uiting komen, geeft daartoe wel aanleiding. Alle drie driehoeken
zijn betrokken bij de voorwaarde vergelijking w (23) uit tabel 1.
Het is een netsvergelijking met Dordrecht als centraal punt en
met daarvan uitgaande stralen naar U, Z, B, W, R en G. Van de
twaalf hoeken langs de omtrek die voor het opstellen ervan nodig
zijn, zijn er echter vijf niet gemeten (2 in R en 1 in elk van de punten
G, U en Z). Ze moesten daarom worden uitgedrukt in hoeken die
wel gemeten zijn. De minder goede onderlinge ligging van W en B
die van deze constructie het gevolg moet zijn zal in versterkte
mate tot uiting komen in Bergen op Zoom dat (zie tabel 5 volgnr. 21)
door middel van de driehoek WBBz op de verbindingslijn WB is
geëxtrapoleerd.
De lengten van de zijden van het net, uitgedrukt in Rijnlandse
roeden, zijn eveneens in tabel 5 vermeld. Ze staan in de kolommen
12 t/m 14. Kolom 12 geeft de waarden die Snellius in zijn E.B.
berekent. Hij gaat daarbij (zie volgnr. 1 van de tabel) uit van de zijde
LHg 4103,3 roeden die hij uit zijn basesnet had vastgesteld [11].
De aanduiding basis in kolom 11 verwijst daar naar.
Ter onderscheiding dat de lengten HgG 7594,3 roeden en
LG 5897,8 roeden resultaten van een berekening zijn, zijn deze
waarden in kolom 12 cursief gedrukt. In volgnr. 2 vindt hij, uit
gaande van LG 5897,8 uit 1 voor LD 10633,1 enz.
Het heeft oorspronkelijk in mijn voornemen gelegen in een af
zonderlijke kolom de resultaten te vermelden van een berekening die
ik zelf nog heb uitgevoerd om de berekeningen van Snellius te
controleren. Deze vermelding zou aansluiten bij mijn vroegere
werkwijze [12]. Het aantal rekenfouten dat hij maakt is echter
dermate groot dat ik daar maar van heb afgezien. Reeds in volgnr. 2
van de tabel blijkt LD 10633,1 onjuist te zijn. Hij had moeten
vinden 10618,3. De overeenstemming met de goed berekende
waarde LD 10634,7 uit 3 *s dus slechts schijnbaar fraai.
In volgnr. 10 waar hij uit de basis LHg 4103,3 roeden de twee
andere zijden van de driehoek HgLHl berekent zijn zelfs beide
resultaten verkeerd: 7040,4 moet zijn 7030,7; 10725,7 moet zijn
10715,9.
Kolom 14 van de tabel geeft de lengten van de zijden op de
conforme bol zoals ik die uit de gegevens van de R.D. berekende.
Aan de lengte 1Pq zoals die uit de coördinaten van twee punten