1 26 triangulatie, de afstand Alkmaar-Bergen op Zoom te berekenen. In die figuur stellen de dunne lijnen de zijden van het net uit fig. i voor die Snellius in opvolgende berekeningen (tabel 5 volgnrs. 1 t/m 21) had gevonden. Enkele stippellijnen en een aantal hoeken waarvan de nummering met die van fig. 1 overeenkomt vergemakke lijken het overzicht. De dikkere lijnen van de figuur zijn de lijn- stukken die Snellius in zijn E.B. heeft berekend. Het nummer dat erbij staat verwijst naar het volgnummer van tabel 5 waarin ik die berekening heb overgenomen. Zo is de zijde Alkmaar-Leiden in volgnr. 22 berekend uit twee zijden en de ingesloten hoek van driehoek AmLAl. De zijden AmAl 8193,0 en AmL 9725,8 ontleent hij blijkens de aantekeningen in kolom 11 aan de volg nummers 14 en 11 van de tabel. Voor de ingesloten hoek de som van de hoeken 48 en 44 gebruikt Snellius de waarde 67°45' 42°4Ó' no°3i' uit kolom 6. Hiervan is 42°4Ö' door berekening gevonden in volgnr. 13 van de tabel. Ik heb daar reeds vermeld dat in het Brusselse exemplaar van de E.B. deze zeer foutieve waarde gewijzigd is in de waarneming 43°i8'. Ze brengt de som van de gemeten hoeken 48 en 44 op m°03'. Het resultaat LAl 14750,0 is in volgnr. 23 van de tabel ge controleerd door deze afstand ook te berekenen in de driehoek LHlAl waarvan eveneens twee zijden en de ingesloten hoek bekend zijn. In de volgnummers 24 en 25 volgt nu de berekening van de zijden UAl en LZ. Daarna kan men AlZ berekenen in elk van de drie hoeken AlLZ (nr. 26) en AlUZ (nr. 27). Beide bepalingen 25996,0 en 25963, 6 roeden verschillen 32,4 roeden (ca. 122 m). Blijkbaar heeft Snellius aan de laatste meer gewicht toegekend. Immers bij de berekening van AlBz (volgnr. 31) heeft hij in de driehoek BzZAl aan deze zijde een lengte 25966,0 roeden gegeven. De zijde ZBz van die driehoek berekent hij eveneens op twee manieren, eerst in volgnr. 29 uit twee zijden en de ingesloten hoek van driehoek BZBz, vervolgens in volgnr. 30 uit de vier zijden van de vier hoek DZBBz en de diagonaal BD. De zijde DBz van die vierhoek vindt hij (volgnr. 28) door berekening in de driehoek DBBz, waarvan twee zijden en de ingesloten hoek bij Breda bekend zijn. Deze hoek is de som van de hoeken 42 en 53 (89°23'). Snellius heeft ik heb daar op blz. 5 reeds iets over gezegd in problema XXVII op blz. 189 van zijn E.B. de grootte ervan op 90°i2' vastgesteld. Ik heb deze waarde die wel zeer veel afwijkt van de R.D.-grootte 89°34,18' moeten verwerpen. De lengte DBz 11751,7 die Snellius vindt moet dus wel zeer veel fout zijn. Als men, in overeenstemming met Snellius, DB 7000,0 en BBz 9414,7 aanhoudt doch voor hoek B 89°23' neemt, vindt men DBz 11671,2. Hij had zijn fout moeten ontdekken als hij (zie de gestippelde toestand in fig. 4) dezelfde afstand had berekend uit twee zijden en de ingesloten hoek van driehoek WDBz. Hij zou dan uit zijn eigen gegevens 11667,6 hebben gevonden. Beide berekeningen verschillen slechts

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 28