heb ik deze maat van 95 roeden gemakkelijk kunnen controleren.
Ik vind 358,7 m 95,2 roeden, overeenkomende met een breedte-
verschil van 11,6". Hetzelfde bedrag vindt men uiteraard uit het
verschil van de geografische breedten van de stadhuistoren (9
52°09'33,38") en zijn huis (9 52°09'2i,8"). Uit de laatste coördi
naat ziet men dat Snellius de breedte van zijn huis i'o8,2" te
groot heeft bepaald.
Op blz. 207 van zijn werk vermeldt Snellius de resultaten van
de astronomische oriëntering van zijn driehoeksnet. Hoe die
oriëntering is gebeurd zegt hij echter niet. Volgens hem is het azimut
naar de stadhuistoren 9°03' en naar de Jacobstoren in Den Haag
(i8o°+53°i8' 233°i8' (zie fig. 5). De afstand van zijn huis naar
L (hij ontleent deze aan de achterwaartse snijding) is volgens hem
96,2 roeden. In werkelijkheid is ze 367,4 m 97,6 roeden. Daar de
lengte van de zijde LHg van zijn driehoeksnet 4103,3 roeden is
kan hij, door toepassing van de sinusregel, de hoek 8 uit fig. 5
berekenen. Uit deze en het azimut van zijn huis naar Den Haag
volgt het azimut LHg. Hij vindt er de zeer foutieve waarde
232°2i'44" voor. Volgens de R.D. immers is het 234°33'o7,26" [23].
Daar hij in de berekening van 8 geen vergissing heeft begaan,
moet de grote fout van bijna 2°i2' wel worden toegeschreven aan
een fout in de astronomische oriëntering. Het zal altijd wel een
raadsel blijven hoe zij is ontstaan.
In fig. 6 heb ik aangegeven hoe, op blz. 196 van zijn werk,
Snellius uit het foutieve azimut Leiden-Den Haag de azimuts
Leiden-Alkmaar en Alkmaar-Bergen op Zoom afleidt. Hij vermin-
29
L (Stadhuis)
Huis