Verslag van het Tweede Internationale Symposium over Geodetische berekeningen, Brussel 6-11 juni 1966 De term „geodetische berekeningen" in de titel slaat op alle berekeningen die in de geodesie worden verricht, en zeker niet, zoals in het Nederlandse spraakgebruik, alleen op berekeningen van bijv. geodetische lijnen op bol of ellipsoïde. Als men de technische kant van de geodesie omschrijft als „meten en berekenen", had dus dit symposium betrekking op het laatstgenoemde aspect. Elke poging tot een nauwere omschrijving is vrijwel ondoenlijk. Het eerste internationale symposium over geodetische bereke ningen vond in 1959 plaats in Krakau. Hoewel het stond onder beschermheerschap van de Association Internationale de Géodésie, waren het initiatief en de organisatie geheel Poolse aangelegenheden. Dit tweede symposium was daarentegen duidelijk een A.I.G.- symposium; het werd bijeengeroepen door de „Groupe spécial d'études pour le calcul des grandes triangulations" van de A.I.G. (Nr. 1.21). De voorzitter hiervan, Prof. M. Odlanicki-Poczobutt (Polen), initiatiefnemer en president van het eerste symposium, presideerde ook het Brusselse symposium. De titels van de ingediende rapporten, die aan het eind van dit verslag worden vermeld, geven een indruk van de veelheid aan 36 i-2 moet worden aangebracht om tot de richting van de boog te komen c. van de formules van De Groot voor de bepaling van de meridiaan convergentie (litt. [21]). [24] Het is niet geheel duidelijk hoe Snellius aan de waarde 88°2i' voor de som van de hoeken 13 en 46 is gekomen. Uit de reeds besproken waarnemingen is ze niet af te leiden. Het is mogelijk dat hij de hoek nog eens opnieuw heeft gemeten. De R.D.-waarde 88°24,42' zou er op kunnen wijzen dat hij toen een wat groter bedrag dan 88°i8' vond. [25] Als Snellius het verschil in meridiaanconvergentie tussen Leiden en Alkmaar wel in rekening had gebracht, d.w.z. als hij i.p.v. I9i°2ó' voor het azimut AlBz ca. igi°38' had genomen, zou hij voor de afstand AlBz op de meridiaan slechts ca. 24 roeden minder hebben gevonden. [26] Formule (2) op blz. 11 van litt. [14]. De formule is geschikt gemaakt voor berekening met een rekenmachine. [27] Litt. [14] blz. 6 formule (1). [28] Hij ontleent de waarde van 71 aan Ludolph van Ceulen (1540-1610) die dit getal in 35 cijfers achter de komma foutloos heeft becijferd (zie litt. jr] blz. 12). [29] Hans Freudenthal: Van sterren tot inlegzolen (Arnhem 1954), blz. 48. [30] Oud Holland IV, jaargang 1886 blz. 182. [31] Tiphys Batavus, een boek over zeevaartkunde (Leiden 1624). In dit boek publiceert Snellius een uitvoerige studie over de kromme die alle meridianen onder gelijke hoeken snijdt. Pedro Nunez (Nonius, 1492-1577) had deze kromme de naam rumbus gegeven. Snellius noemt haar loxodroom onder welke naam ze nog heden bekend staat (Nieuw Nederlands biografisch woordenboek, deel VII, kolom 1160). De titel Tiphys Batavus voor zijn boek ontleent Snellius aan denaam van de stuurman van de Argo, het schip waarmee volgens de Griekse mytho logie de Argonauten onder aanvoering van Jason na vele avonturen het gulden vlies uit Colchis naar Griekenland brachten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 38