74
Voormelde onjuiste gegevens kunnen grote gevaren met zich
meebrengen. Bij transacties in onroerend goed vindt het onderzoek
naar de bestaande rechtstoestand van de betrokken percelen
namelijk meestal plaats door te onderzoeken of de eigendomstoe
stand, zoals deze uit het kadaster blijkt, overeenkomt met de
gegevens die de belanghebbenden hebben verstrekt. Alleen indien
er redenen tot twijfel aanwezig zijn, wordt een diepgaander onder
zoek ingesteld. Deze methode moge dan met het oog op ons nega
tieve stelsel van publikatie en de negatieve bewijskracht van ons
kadaster in theorie minder juist schijnen en het gevaar met zich
meebrengen, dat men uitgaat van een eigendomstoestand die wel
uit het kadaster blijkt, doch in werkelijkheid totaal anders is,
maar in de praktijk voldoet zij uitstekend, doordat iedere notaris
er van op aan kan, dat alle vroeger plaatsgehad hebbende transpor
ten zo goed als altijd notarieel zijn geschied en alle successie aan
giften ook bijna steeds via een notaris zijn gedaan, waardoor hij er
zeker van kan zijn, dat in het verleden alle veranderingen welke
hebben plaatsgehad in de rechtstoestand van een perceel, steeds
juist ter kennis van de hypothecaire en de kadastrale boekhouding
zijn gebracht, en alleen een diepgaander onderzoek behoeft in te
stellen, als hij bij het rechercheren op een onregelmatigheid of op
een minder betrouwbare overschrijving stuit.
Door allerlei maatregelen heeft de overheid, vooral in de laatste
tijd, nog getracht deze zekerheid te doen toenemen. Zo heeft zij
bijvoorbeeld in 1956 het gebruik van een notariële akte bij de le
vering van onroerende goederen verplicht gesteld, waardoor eens
en vooral een einde is gemaakt aan de toestand, dat iedere leek
zich met de levering van onroerende goederen kan inlaten. Ook
voor het komende recht is de overheid in deze diligent. Met name
het Ontwerp Kadasterwet van de Staatscommissie in zake het
kadaster1) bevat vele bepalingen welke ten doel hebben te be
werkstelligen, dat de hypothecaire en kadastrale registers en de
kadastrale plans zo nauwkeurig mogelijk de rechtstoestand der
verschillende percelen weergeven. Des te meer vervreemding wekt
het daarom, dat de overheid geen paal en perk gaat stellen aan de
steeds wassende vloed van (onjuiste) gegevens, die aan de hand
van door leken gedane successie-aangiften via het register regi
stratie nr. 51 in de kadastrale boekhouding worden verwerkt.
Deze steeds meer en meer toenemende vloed van onjuiste gegevens
zal er namelijk de oorzaak van zijn, dat bij iedere eigendomsover
dracht van een perceel moet worden onderzocht, of de bestaande
tenaamstelling in de kadastrale registers niet op deze onjuiste
gegevens berust. En dit onderzoek zal des te lastiger zijn, omdat men
als notaris niet zoals thans de verervingen te weten kan komen door
het raadplegen van in het eigen archief of in dat van een collega
berustende oude successie-aangiften, doch zelf bij de betrokkenen
x) Ingesteld bij KB van 12 augustus 1957, nr- 35'