98 wordt. Daar de kaart moet worden vervaardigd op de schaal 1:1000 zal men verplicht zijn het tekenblad meerdere malen te verschuiven indien men de fotoschaal tussen redelijke grenzen wil houden. De bepaling van de oppervlakten zal grafisch gebeuren en het herinplanten van de nieuwe kavels wordt een moeilijke operatie. Uiteindelijk stonden wij voor een strenge juridische wet zonder praktische ondervinding waardoor, met reden, de vraag kon worden gesteld: „Zal de grafische methode wel voldoende nauwkeurigheid geven?" In het negatieve geval was het gevaar niet denkbeeldig dat de fotogrammetrische methode in haar geheel zou worden verworpen. Zelfs indien de fotogrammeter overtuigd is van de mogelijkheden die een bepaalde techniek hem kan bieden, blijft het toch een feit dat hij dikwlijs niet alleen beslist. 4.2 De numerieke methode De numerieke methode of de bepaling punt per punt is een voudiger voor wat het restitutiewerk betrefthierdoor kan gedeelte lijk tegemoet worden gekomen aan het niet beschikbaar zijn van gevormd personeel. De methode vergt een bijkomende uitrusting zoals de automatische rekenmachine en de automatische coördinato- graaf. Een verdoorgevoerde rationalisatie en controle worden mogelijk naast een nauwkeurigheid die wellicht niet meer zal worden betwist. Uiteindelijk werd dus besloten over te gaan tot de numerieke methode. De graad van rationalisatie is ook hier van belang, deze komt voor in twee fasen: a. Het verzamelen van de informatie uitgaande van het fotografisch beeld. b. De behandeling van de informatie, m.a.w. de omvorming tot bruikbare resultaten. Bij het verzamelen van de informatie kan men gebruik maken van ponsbanden of ponskaarten. Uitgaande van het standpunt dat wetenschappelijke of technische berekeningen zijn gekenmerkt door een relatief klein aantal gegevens werd besloten de ponsband te kiezen voor wat de input betreft. Gezien de natuur van het eind resultaat, nummers en coördinaten, konden wij al vlug vaststellen dat de ponskaart een belangrijk voordeel bood aan de output. Deze laat immers een gemakkelijk bijhouden van de punteninven- taris toe, alsook een gemakkelijk sorteren van de kaarten zonder dat daartoe een beroep behoeft te worden gedaan op de computer die nuttiger werk kan verrichten. Ook werd overwogen of kleine anologonrekenapparaten, speciaal ontworpen voor bepaalde en steeds terugkerende berekeningen, nuttig konden zijn. Hier denken wij in het bijzonder aan de coör- dinatenregistratie, de relatieve en de absolute oriëntering. Daar het hier gaat om apparaten met een vaste kabelering is een verande-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 44