iog achterwaartse snijding behandeld. Een ruime verwijzing naar de grote hoeveelheid litteratuur over dit onderwerp is hier gegeven. De gelijkvormigheidstransformatie met praktische toepassingen en de affiene transformatie staan in het volgende hoofdstuk. In hoofdstuk 4 worden de trapezium- en driehoeksformules voor de groottebepaling behandeld. De inhoud van de hoofdstukken 5 tot en met 8 heeft betrekking op het vereffenen. Na een korte inleiding komen via het rijtje: waarnemingen, histogram, waarschijnlijkheidsverdeling de begrip pen midwaarde en variantie naar voren. Aan de hand van de twee dimensionale verdeling wordt het begrip correlatie en de maatstaf daarvoor (de kruisvariantie) wat vaag gestalte gegeven. De voort- plantingswetten worden daarna zonder meer gegeven. Na te hebben gesteld, dat de beste schatters van de midwaarden de zg. kleinste- kwadratenschatters zijn, worden daarvan uitgaande voor de twee bekende gevallen de rekenregels voor de oplossing afgeleid. De gewichtscoëfficiënten van functies van vereffende grootheden worden daarna behandeld. Het toetsen van de schatting van de variantiefactor heeft de schrijver na het opstellen van de correctie vergelijkingen behandeld. Een behandeling aan het eind van de vereffening had beter aangesloten bij de gang van zaken in de prak tijk. Jammer dat de schrijver op deze plaats aan het toetsen niet wat meer regels heeft besteed. Weliswaar wordt naar de litteratuur verwezen en vindt men elders in het boek ook nog iets over toetsen, maar de opsomming van een aantal begrippen had hier met weinig meer een afgerond verhaal kunnen vormen. Aan de gewichtscoëffi ciënten van functies van vereffende grootheden had de schrijver daarentegen minder regels kunnen besteden. In het raam van dit boek was alleen het behandelen van de door Tienstra gegeven methode voldoende geweest. Na het geven van de eigenschap dat de gewichtscoëfficiënten van de correlaten de elementen van de inverse matrix van de normaalvergelijkingen zijn, had afleiding van de belangrijke betrekking pk zk), zl) pk, pi tk, e' het mogelijk gemaakt gewichtscoëfficiënten van functies van ver effende grootheden te berekenen zonder een nieuwe lange formule. Met de genoemde eigenschap, de genoemde betrekking, de corre laatvergelijkingen en de algemene voortplantingswet komt men het snelst tot een antwoord. In aparte hoofdstukken (g tot en met 13) wordt vervolgens een aantal onderwerpen die met het vereffenen samenhangen besproken. De standaardkromme en de standaardellips, zowel absoluut als relatief, worden uitvoerig behandeld. De vereffening in fasen en de oplossing van normaal vergelijkingen komen daarna in aparte hoofdstukken aan de beurt. Gebruikmakende van de matrixnotatie recapituleert de schrijver de behandelde theorie van het vereffenen; in hetzelfde hoofdstuk worden een achttal vereffeningsvraagstukjes gegeven. Tenslotte wordt in een volgend hoofdstuk behandeld, voornamelijk aan de hand van een voorbeeld, hoe de gewichtscoëffi-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 55