i6i 7. door sanering en reconstructie van de binnenstad en de 19e eeuwse wijken zullen aldaar nog duizenden woningen moeten verdwijnen. In 1958 werd het Algemeen Uitbreidingsplan voor Amsterdam- Noord zodanig herzien, dat het aantal inwoners daar zou kunnen groeien van rond 50.000 tot 100.000. Deze uitbreiding, die inmiddels reeds volop in gang is, kan echter niet voldoende soulaas bieden. In samenwerking met de gemeenten Amstelveen, Ouder Amstel, Weesperkarspel en Diemen werd in overleg met de Provincie (Stadsrandcommissie) voor het zuiden en het zuidoosten van het stadslichaam een plan opgesteld, dat als grondslag kon dienen voor de door de gemeenten voor hun gebied vast te stellen herzienin gen van het Plan in Hoofdzaak. Daarbij werd uitgegaan van een programma van eisen voor de gehele agglomeratie, die overeen komstig het gestelde door de Werkgroep Westen des Lands een miljoen inwoners zou moeten omvatten. Nauwelijks meer dus dan het aantal, dat in het Algemeen Uitbreidingsplan van 1935 werd beoogd. Amstelveen aan de zuidzijde kan thans van rond 60.000 inwoners uitgroeien tot rond 100.000. Het grootste deel van de zuidoostelijke uitbreiding werd geprojecteerd in de landelijke gemeente Weesper karspel, die inmiddels is opgeheven. Het deel ten westen van het Amsterdam-Rijnkanaal is bij Amsterdam gevoegd, althans voor de tijd van 12 jaar. In dit gebied (Bijlmermeer) worden thans omvangrijke werken uitgevoerd. Samen met de gemeente Diemen en een deel van de gemeente Ouder-Amstel zal de zuidoostlob ongeveer 110.000 inwoners moeten huisvesten (evenals Amstelveen deel uitmakend van de eerder genoemde 1 miljoen). Inmiddels heeft de volkstelling i960 gegevens aan het licht gebracht, waaruit bleek, dat de woningnood groter was dan eerder werd verondersteld, maar waaruit ook is af te leiden dat de gemiddel de woningbezetting tot een aanzienlijk lagere waarde zal dalen dan waarmee in het programma van eisen voor de stadsrandstudies was rekening gehouden. Opnieuw moet een uitweg worden gevonden voor deze zg. „overloop". Deze zal overeenkomstig het planologisch beleid vooral aan de noordzijde en de oostzijde (IJsselmeerpolders) moeten plaatsvinden. De Zaanstreek zal verder worden uitgebouwd. In de structuurschets die is gevoegd bij de Tweede Nota over de ruimte lijke ordening in Nederland is aan Purmerend en Hoorn een grote uitbreiding toegedacht. In Zuid-Flevoland zal aan de westzijde een grote stad moeten ontstaan. Ook de later droogvallende Marker waard zal nog vele inwoners huisvesten. Langs beide oevers van het Noordzeekanaal ten westen van Amsterdam en de Zaanstreek zijn grote terreinen voor werkgelegen heid bestemd. Ten zuiden van het kanaal is het Mobil Oil project dat rond 1500 ha omvat op gang gekomen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 43