i7i
willen tegenwerpen dat het Kadaster thans in materiële zin niet zoveel
tekort komt. Het bestuur heeft om deze redenen aan de Staatssecretaris
verzocht te worden ingelicht over de intern gemaakte voortgang. Vooraleer
deze inlichtingen verkregen zijn is er voorshands geen plan tot het voeren
van acties.
Op vorige vergaderingen is het punt „fusie" steeds aan de orde geweest.
Zowel bij de Vereniging van Civiel-landmeters en Geodetisch ingenieurs als
bij ons bestaat nog steeds de wens in enigerlei vorm tot nauwere samen
werking te komen. Hierover is door beide besturen vergaderd.
Inmiddels heeft echter en dat stelt het bestuur ten zeerste op prijs
de voorzitter van de N.L.F. het initiatief genomen een vrijblijvend objectief
onderzoek te doen instellen naar de mogelijkheden om in onze landmeet
kundige wereld tot reorganisatie van het Verenigingsleven te komen.
Hiertoe heeft het hoofdbestuur van de N.L.F. een werkgroep in het leven
geroepen, waarin verzocht zijn zitting te nemen de heren: Prof. Baarda,
Scherpbier, Waalewijn en Van der Werff. Deze hebben de uitnodiging
aanvaard en zijn voor zover bekend reeds constructief bezig. Het
bestuur wenst de werkgroep van harte grote wijsheid en volharding toe bij
hun belangrijke taak. In afwachting van wat deze werkgroep zal rapporteren,
staat het punt fusie of samenwerking niet ter discussie.
Tenslotte stelt de voorzitter aan de orde hetgeen hij reeds eerder met
grote voldoening kon vermelden, nl. de wijziging van de maatschappelijke
waardering van het ambt van landmeter van het kadaster, tot uitdrukking
komend door de binnenkort te verwachten vervanging van de rangaandui
ding landmeter van het kadaster door die van ingenieur van het kadaster.
Het komt het bestuur voor, dat nauwelijks in het verleden een actie van
K. en L.-zijde kon worden gereleveerd, die zozeer de maatschappelijke
positie van de landmeter van het kadaster heeft versterkt en verbeterd, als
nu door de a.s. wijzigingen van het Ambtenaren Besluit Belastingdienst
het geval is. Uiteraard legt deze verandering van rangaanduiding ons ook
verplichtingen op.
Met de wens, dat én het Kadaster én de maatschappij door de ingenieur
van het kadaster naar vermogen zullen worden gediend, verklaart de voor
zitter de vergadering voor geopend.
II. Notulen van de Algemene Vergadering van 8 oktober 1965, zoals
opgenomen in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde jaargang 82
nr. 4 blz. 221. Deze worden, onder dankzegging aan de toenmalige secretaris,
goedgekeurd.
III. Verslag ingevolge art. 14a van het huishoudelijk reglement zoals
gepubliceerd in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde jaargang
82 nr. 5 blz. 290. Dit verslag wordt eveneens goedgekeurd.
IV. Bespreking herziening bestuurstermijn.
De voorzitter stelt het voorstel van het bestuur, opgenomen in orgaan 61
aan de orde, en verleent dienaangaande het woord aan Ir. G. Homan die,
sprekende namens de afdeling Groningen-Friesland-Drente, mededeelt dat
deze afdeling akkoord gaat met een 4-jarige bestuurstermijn, te splitsen in
2 perioden van 2 jaar, waarbij men bij tussentijdse plaatsvervanging in de
tweede periode wel herkiesbaar zou moeten zijn.
Ir. E. Muller, sprekende namens de afdeling Amsterdam, vindt de
rekenkundige voorstelling van het bestuur ten aanzien van het aftreden der
verschillende bestuursleden niet juist. Deze wordt vaak doorbroken door
tussentijdse mutaties.
Ir. P. van der Wulp, sprekende namens de afdeling Breda, deelt mede
dat deze afdeling in meerderheid tegen het bestuursvoorstel is, omdat een
vierjarige bestuurstermijn te kort wordt geacht.
Ir. W. Berends deelt mede dat de afdeling Deventer zich wel in de
gedachtengang van het bestuur kan verplaatsen en akkoord gaat met het
bestuursvoorstel.
Ir. C. School, sprekende namens de afdeling Roermond, verklaart zich
voor het voorstel van het bestuur.