m gevallen is gebleken, dat inschakeling van een tweede auto de wachttijden bij verplaatsingen effectief bekort. Zelfs zijn er diensten die een driemansploeg drie instrumenten en drie auto's ter beschikking stellen. Cc. Het vervoer van het basisbaakinstrumentarium stelt geen bijzondere transportproblemen. Voor het minimum van vijf statieven is een auto-imperiaal voldoende. De waarnemer zal in de landmeetkundige sfeer moeten worden gevonden, want zelfs na een goede verkenning vragen niet te voorziene plaatse lijke problemen om inzicht in de methode. Een goede waar neming is bovendien van overwegend belang. Cd. Voor de dubbelbeeldmethode geldt hetzelfde als voor c. Aan de waarnemer worden echter alleen eisen van zorgvuldigheid gesteld. De methode kent geen variaties, onverwachte proble men zullen zich zelden voordoen. Bij de opstelling van twee bakens per deelstuk is een driemansploeg noodzakelijk, zelfs wanneer de hoekmeting niet tegelijkertijd wordt uitgevoerd. Ce. De meetbandmeting kan worden toevertrouwd aan een geoefende tweemansploeg. Gemotoriseerd vervoer is niet nodig. D. Technische betrouwbaarheid De moderne apparatuur ab) is, technisch gezien, voor de landmeetkundige zeer ingewikkeld. De kansen op storing en de invloed van externe omstandigheden daarop, zullen zo klein mogelijk moeten zijn. Storingen zullen in het terrein, afgezien van routinecontroles van verbindingen en stroomvoorziening, sporadisch verholpen kunnen worden. Wel heeft ieder instrument zwakke punten waar de ervaren operateur op let. Zo blijkt de Geodimeter model 6 zeer gevoelig te zijn voor vochtige omstandigheden. Een eenvoudige droog- apparatuur verdient aanbeveling. Ervaringen van de laatste jaren wijzen erop dat de instrumenten tegenwoordig aan hoge eisen voldoen betreffende de bedrijfszeker heid. De betrouwbaarheid van het instrumentarium behoeft daarom in gebieden, waar voor ernstige storingen een servicedienst op korte termijn beschikbaar is, voor de toepassingsmogelijkheid geen gewicht meer in de schaal te leggen. Van de klassieke instrumenten is door lange ervaring reeds gebleken dat de betrouwbaarheid groot is. Voor alle instrumenten geldt de aanbeveling voor een één- of tweemalige ijking per jaar. E. Controlemogelijkheden in het terrein Voor de verwerking van de meetresultaten en voor toekomstige arbeidsbesparing is van belang de mogelijkheid om in het terrein grote en kleine fouten te signaleren. Soms is dit direct aan de meetresultaten te zien door een inwen-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 15