199
a) Geodimeter 435.
b) Tellurometer: 530.
c) Basisbaak 860.
d) Dubbelbeeld 755.
e) Meetband 535.
Voor kortere zijden zal de verhouding ten gunste van de methoden
d en e werken, voor langere zijden ten gunste van de methoden
a, b en c.
Bij hogere meetassistentenbeloning zal de verhouding ten gunste
van a en b en ten nadele van c uitvallen.
H. Verkenning en nabewerking
Ha. De verkenning van veelhoeken is meettechnisch gezien voor
inschakeling van de Geodimeter aan de minste voorwaarden
gebonden. Hiervoor geldt hetzelfde als voor de hoekmeting:
onderling zicht der veelhoekspunten.
Hb. Voor de instrumenten van het type Tellurometer zal met
reflecties rekening moeten worden gehouden. In een aantal
gevallen zal de inschakeling op bezwaren stuiten (zie Bb).
He. De basisbaakmethode vergt een zorgvuldige verkenning,
rekening houdend met de verschillende mogelijkheden van
deelstukken, één of meerdere hulpbases. In een aantal gevallen
is de methode niet economisch uit te voeren.
Hd. Bij de verkenning voor de dubbelbeeldmethode zal meer dan
bij die voor de vorige methoden met de begaanbaarheid van
het terrein rekening moeten worden gehouden. Over het gehele
traject moeten opstellingen mogelijk zijn met maximale
tussenafstanden van 100 meter. De lengte van de baak levert
soms enige moeilijkheden op, doch vrijwel altijd is aanpassing
aan terrein en verkeer mogelijk.
He. De meetbandmethode vereist de meeste aanpassing aan het
terrein. Het zal in vele gevallen niet mogelijk zijn aan een
vereiste metingsopzet te voldoen en een homogeen resultaat
af te leveren.
De nabewerking om tot de gemiddelde horizontale afstand te
komen, is voor Geodimeter en Tellurometer qua werktijd bijna
gelijk nl. 5 minuten. Voor de dubbelbeeldmethode zal dat iets lager
zijn en voor de directe meting van geen betekenis. De basisbaak
methode daarentegen vergt, afhankelijk van de gebruikte construc
tie, nogal wat tijd. De berekening zal dan ook niet in het terrein
geschieden.