ponskaarten op ruilverkavelingen. Deze opdracht kwam niet uit de
lucht vallen. Het bleek de bedoeling te zijn van de Directie voor
noemd de ponskaarten toe te passen op de administratie van ruil
verkavelingen. Anders gezegd: op de ruilverkavelings-èoeMoz«2mg.
Op dit gebied was reeds voorbereidend werk verricht. Prof. ir.
G. F. Witt, hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft,
had al in 1956 en 1957 proeven genomen met betrekking tot het
„ponskaartensysteem" bij administratieve ruilverkavelingswerk
zaamheden. Een publikatie van zijn hand, uitgegeven door het
Laboratorium voor Geodesie der T.H., legt hiervan getuigenis af.
In juni 1959 werd hem daarop door de Staatssecretaris van Finan
ciën verzocht, zijn medewerking te verlenen aan een proef met
ponskaarten, betrekking hebbend op een in uitvoering zijnde ruil
verkaveling. Als proefobject werd gekozen de Ruilverkaveling
„Broekhuizen". In november i960 diende hij zijn rapport betref
fende zijn ervaringen bij de Staatssecretaris in. Ook dit rapport
behandelt administratieve problemen. Kort daarna werd onder
getekende met de hoger omschreven opdracht belast.
1.2. Proefobjecten. „Broekhuizen" is een kleine verkaveling
in de provincie Limburg. Grootte: 1000 ha, aantal percelen: 1900;
namen: 1200; leggerartikelen: 360; R-nummers: 300. (Zie voor het
begrip „R-nummer", par. 4.3.). De proef beperkte zich tot de
registers die na de stemming en vóór de toedeling worden aangelegd.
Dat zijn de registers die betrekking hebben op de „schatting" en
het „onderzoek rechten". Ook deze begrippen worden nog verklaard.
(Zie,par. 2.1.). In ruilverkavelingstermen zijn het: het „Register
R 1" en de „Lijst van Rechthebbenden" (Register R 9). Hiervan
is het Register R 1 administratief het belangrijkste. Het is het
Hoofdregister der ruilverkavelingsboekhouding. Het is a.h.w. de
„Ruilverkavelingslegger", aangevuld echter met „schattingsuit
komsten". Als „bijregisters", ingangen op het hoofdregister, werden
nog een naam- en een percelenlijst aangelegd. In ruilverkavelings
termen resp. het Reg. R 2 en het Reg. R 3. Aan de proef kwam ook
nog een register ter notering van schattingsgegevens te pas. Dat is
het „Register R 4". Ook dit register komt nog ter sprake. (Zie
par. 9.4.).
De aan schrijver dezes verstrekte opdracht droeg nog steeds het
karakter van een proef. Alleen zou deze, in beginsel, de gehele
ruilverkavelingsprocedure omvatten, te beginnen met de stemming.
Zij zou bovendien betrekking hebben op drie grotere proefobjecten
dan „Broekhuizen". Deze waren:
1. Rvk. „De Lollebeek" (Limburg), 12 000 ha; Rvk-bureau Arnhem
(thans Roermond).
2. Rvk. „Dalen" (Drenthe), 7 200 ha; Rvk-bureau Almelo.
3. Rvk. „Rijk van Nijmegen-Noord" (Gelderland), later vervangen
door de Ruilverkaveling „Zieuwent-Harreveld" (Achterhoek),
6 300 haRvk-bureau Arnhem.
201