205 2.2. De tien administratieve fasen. Het uitvoeren der werkzaamheden, het opmaken der overzichten, e.d., moet door iemand ter hand worden genomen. Daarvoor is een organisatie nodig. De algemene leiding in ruilverkavelingszaken is opgedragen aan de Centrale cultuurtechnische commissie (C.C.C.). Bij de uit voering van haar taak wordt deze bijgestaan door haar „uitvoerings orgaan", de Cultuurtechnische dienst (C.D.). Beide behoren tot het Ministerie van Landbouw. In elke provincie van ons land is een kantoor van de C.D. gevestigd. De C.C.C. zetelt te Utrecht. Een aanvrage tot ruilverkaveling wordt ingediend bij Gedepu teerde Staten (G.S.) van de provincie waarin het blok, geheel of grotendeels, ligt. Deze stellen haar in handen van de C.C.C. om advies. Keuren G.S. de aanvrage goed, dan moet de C.C.C. ervoor zorgen dat G.S. de beschikking krijgen over de reeds genoemde Lijst van eigenaren én een „Rapport", met daarin o.a. de te treffen voorzieningen. De C.C.C. draagt het maken van die stukken op aan de C.D. uit de betrokken provincie. In feite bereidt dus de C.D. de ruilverkaveling voor. G.S. roepen daarna de „Stemmingsvergade ring" bijeen. De bovengenoemde Lijst van eigenaren is grondslag voor de daarbij gebruikte „Stemmingslijst". De eerste lijst wordt a.h.w. tot de laatste „uitgebouwd". Na de stemming benoemen G.S. (als de stemming tenminste ten gunste van uitvoering der verkaveling uitviel) een „plaatselijke commissie" (P.C.). Deze commissie voert de eigenlijke verkaveling uit. De Minister van Financiën wijst nu een ingenieur van het kadaster aan om de P.C. als deskundige bij te staan. Hij heet, nog altijd, de „landmeter- deskundige". Veel van het administratieve werk dat de P.C. volgens de wet dient te verrichten, wordt uitgevoerd door deze functionaris en zijn personeel. Tegenwoordig is het gebruik dat ook al bij de voorbereiding een soort voorlopige P.C. optreedt, de zg. „voor bereidingscommissie". Daarin zit meestal ook de (vermoedelijke) toekomstige landmeter-deskundige. Het ligt voor de hand dat de definitieve P.C. uit de voorbereidingscommissie wordt gerecruteerd. De landmeter-deskundige is altijd verbonden aan een Bureau van de (kadastrale) Ruilverkavelingsdienst. Ook daarvan is er thans in elke provincie één. In sommige meer dan één. Als hoofd van die dienst treedt een speciale Ingenieur-verificateur (I.V.) van het kadaster op. Ook deze zetelt te Utrecht. Een en ander brengt met zich mee dat er meestal nauw contact en goede samenwerking, bestaat tussen C.D. en ruilverkavelings bureau. Vooral bij de voorbereiding, dwz. de werkzaamheden vóór en tot en met de stemming. De landmeter-deskundige wordt bij de uitvoering van zijn taak o.a. geleid door de voorschriften van de „Instructie en Handleiding voor de kadastrale werkzaamheden ter uitvoering van de Ruilverkavelingswet 1954". Deze mondvol wordt meestal aangeduid met „H.R.W." (Handleiding ruilverkavelings werkzaamheden) Nadat het Plan van toedeling is komen vast te staan, moet de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 25