door. De kleinere, maar ook slimmere, Tom Poes moet dan een list verzinnen om ontsporing te voorkomen of te verhelpen. De in het bovenstaande beschreven herhaling van het gebruik van dezelfde gegevens, mits toegepast op een groot aantal gegevens, maakt mechanisatie rendabel. Dit wordt echter doorkruist door de mutaties. Die tasten uiteraard minder het gelijktijdig gebruik van dezelfde gegevens naar verschillende gezichtspunten aan, alswel de mogelijkheid van het na enige tijd opnieuw gebruiken dier gegevens. Voorlopig zien we van de invloed der mutaties af. We behandelen eerst de methode. In een apart hoofdstuk komen we er echter op terug. (Zie hoofdstuk 13.) 4. Registratie en administratie. R-nummers I. 4.1. Registratie. Rechtssubjecten kunnen alle mogelijke ver houdingen t.o.v. rechtsobjecten aangaan. Ze kunnen ook onderling verhoudingen aangaan t.o.v. een of meer objecten. Deze verhou dingen worden genoteerd in (notariële) akten en in chronologische volgorde geregistreerd in het „Overschrijvingsregister". Er komen daarin dus ook groepen personen voor, die als één subject t.o.v. een of meer objecten optreden. De subjecten kunnen ook in een schuld verhouding t.o.v. elkaar staan, waarbij de een aan de ander hypo theek verstrekt op een of meer objecten. De neerslag daarvan vindt men in het „Inschrijvingsregister". Men denke bij „subjecten" niet slechts aan natuurlijke, maar ook aan rechts-personen. De registratie van al die rechtsverhoudingen biedt een onoverzichtelijk beeld van subjecten en objecten en hun onderling verband. Wil men dat beeld overzichtelijker maken, dan is een zekere ontsluiting nodig in een administratie. In eerste aanleg haalt men dan zijn informatie uit de administratie. Die moet daartoe tamelijk uitgebreid worden opgezet. In laatste aanleg moet men naar de registratie kunnen terugkeren om alle details m.b.t. een bepaald subject en/of object aan de weet te komen. Zij is de bron. Men moet in de administratie van de inhoud van het geregistreerde enigszins „abstraheren" om admini stratie überhaupt mogelijk te maken. De legger is zo'n administratie op de registratie van zakelijke genotsrechten. Steeds wordt daarin naar de registratie, in casu de overschrijvingsdelen, verwezen. Voor de ponskaartenadministratie is hij de bron. Zij het een afgeleide. In de registratie, en dientengevolge ook in de administratie, zit een element van onbepaaldheid. Men kan immers én alleen én met anderen samen optreden. Met hoeveel anderen is nooit van te voren te zeggen. Men kan ook tegelijk verschillende rechten uitoefenen. Zij het dan niet op hetzelfde object. Men kan dus én eigenaar (c.q. mede-eigenaar) én erfpachter én vruchtgebruiker, enz. zijn. Hoe vaak dit zich t.a.v. één individu voordoet, is evenmin vooraf te bepalen. De legger weerspiegelt in zijn tenaamstellingen al die verhoudingen. Eventueel onder aantekening van details. Iemand t.a.v. wie zich de hier bedoelde „onbepaaldheid" voordoet komt dus op meer artikelen voor. Daar de legger gemeentegewijs is 209

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 29