212
geven stukken een „decoderingstabel" af te drukken (dwz. op, of
achterop, zo'n stuk laten drukken: „Code betekent. Het
eerste is duur, het laatste omslachtig. Het publiek is er meestal
weinig van „gecharmeerd", al valt zulks meestal na enige tijd wel
mee.
Ingewikkelde codes betekenen tevens voor het personeel een
extra belasting, daar ze uitgebreide instructies nodig maken. Boven
dien introduceert men zodoende „automatisch" een foutenbron.
Trouwens: het hele coderen betekent extra werk, dus een belasting.
Een ander nadeel is dat, daar het aantal codes noodzakelijkerwijze
tóch beperkt moet blijven, men onvermijdelijk verder moet sche
matiseren dan in verband met de realiteit wel wenselijk zou zijn.
Daardoor gaat verscheidenheid van gevallen bij weergave verloren.
Zo kan men zich de verhouding tussen twee personen t.o.v. een
object denken als: „samen onverdeeld" (aandeel opengelaten),
„elk een half onverdeeld" (aandeel vaststaand, geen scheidingslijn
mogelijk), of echt „elk een half" (aandeel vast, scheidingslijn in het
midden gelaten). In elk van deze drie gevallen wordt in de pons
kaarten de verhouding in kwestie gecodeerd met: 1/2. Bij het
weergeven der aldus gecodeerde rechtsverhouding in met pons
kaarten vervaardigde stukken komt onveranderlijk bij betrokkenen
1/2 te staan. Maar hieruit is niet meer voetstoots op te maken om
welke der geschetste (of nog andere) verhoudingen het ging. Want
ook hierbij is in wezen het aantal mogelijkheden onbegrensd.
Een zwaar brok voor de mechanisatie vormen de namen. Personen
zijn best te identificeren, dus te coderen, d.m.v. een getal (cijfer
combinatie). Met dat getal valt uitstekend te werken. Men sorteert
bijv. een naamkaartenbestand heel wat vlugger met behulp van
het door ons gebruikte „Alfabetisch Volgnummer" (AVN) van zes
cijfers, dan via de vijf-en-twintig alfabetische ponsingen die in onze
naamponskaarten voor het vastleggen van naam, voornamen, enz.
(kunnen) worden gebruikt. Toch kan men niet met het „AVN"
volstaan. (Zie voor dit begrip verder par. 5.2. en 5.3.) Aan een
persoon zit nu eenmaal onverbrekelijk een naam vast. Men moet
deze wel in de mechanisatie betrekken. Men kan personen in af te
geven stukken moeilijk alleen maar met een getal weergeven. Het
schematiseren van namen (en adressen!) is echter maar beperkt
mogelijk. Anders wordt herkenning onmogelijk. Trouwens, wat
namen betreft zit men vaak vast aan de wettelijk voorgeschreven
noodzaak deze onverkort weer te geven. De moeilijkheid voor het
personeel is hierbij om dezelfde naam, opnieuw optredend, maar in
wellicht iets andere vorm, net zo te schematiseren als een vorige
keer. Voorschriften zijn hiervoor wel te geven, maar ze worden of
erg ingewikkeld, en dus nauwelijks hanteerbaar, of onvolledig.
Daar een ponskaart maar een beperkte opnemingscapaciteit
heeft, moet men de letters van één naam vaak over meer kaarten
verdelen. Men denke hierbij niet zozeer aan natuurlijke, als wel aan
rechtspersonen (instellingen). Dit, bij een meermalen optredende