mee aangelegd (waarvan twee dezelfde indeling hebben), en wel: 1. NAW-kaarten. 2. ZR-kaarten. 3. Perceelkaarten. Een „NAW-set" vormt a.h.w. een soort „adresplaatje" van een bepaald persoon. De ZR-kaarten nemen een „sleutelpositie" in het geheel in. Ze zijn enerzijds verbonden met de NAW-kaarten, anderzijds met de perceelkaarten. Als „koppelelement" tussen NAW- en ZR-kaarten wordt het registratienummer van een persoon gebruikt. Dit is niets anders dan het „volgnummer" dat die persoon in de (alfa betische) lijst van eigenaren inneemt. Het heet daarom Alfabetisch Folg-A'ummer (AVN). Met de perceelkaarten zijn de ZR-kaarten verbonden door de gemeenschappelijke gegevens: Gemeente, Artikel en R-nummer. In alle kaarten treft men het ruilverkavelingsnummer aan. Dit nummer is nodig om de bestanden van verschillende ver kavelingen van elkaar te kunnen onderscheiden. Tevens is een code „Soort Kaart" (SK) nodig. Deze dient om de kaarten van één verkaveling van elkaar te kunnen onderscheiden. Zo is het bij de NAW-kaarten, waarvan per persoon (minstens) vier kaarten vereist zijn, nodig de achternaamkaart van de voornaamkaart, en deze weer van de overige (straatnaamkaart, woonplaatskaart, en deze ook weer van elkaar) te onderscheiden. Meestal zijn er zes kaarten nodig, als men ook het beroep (Art. 26 van de Notariswet) en de echtgeno(o)t(e) opneemt, in de vorm waarin dat in leggerhoofden gebruikelijk is. Dwz. een aparte kaart voor B als de tenaamstelling luidt: A.i.(a).g.v.g.g.m.B. Zo moeten ook de ZR-kaarten van de NAW-kaarten' en van de perceelkaarten worden onderscheiden. In de perceelkaarten zal men ook een rubriek „ZR" aantreffen. Bij „gewone" perceelkaarten is dit veld niet in gebruik. De aard van het ZR blijkt immers uit het artikel waarop het perceel is geboekt. Maar in de pacht-, hypo theek-, en servituutperceelkaarten wordt het veld wel gebruikt. En wel om de aard van het detail waarmee het perceel in kwestie is „behept" te kenschetsen. Het resultaat van de voorgaande overwegingen vindt men in een schema der drie kaartindelingen. Alle kaartmodellen bevatten links een veld voor SK (kolom 1-2) en rechts een veld voor Rvk-nummer (kolom 79-80). Men kan, d.m.v. de laatste code, 100 verkavelingen van elkaar onderscheiden. (Zie schema op blz. 216.) 5.3. De NA W-kaart. In de NAW-kaart vinden we verder een rubriek voor AVN (kolom 3-8), een veld voor naam/voorna(a)m(en)/ adres/woonplaats (kolom 38-62), idem voor geboortedatum (63-68), dan twee kolommen die nadere bespreking vergen (69 en 78), en het Rvk-nummer. Het AVN kan zes cijfers omvatten. Dat lijkt rijkelijk veel. Men zou dan bijna één miljoen eigenaren kunnen nummeren (000001- 215

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 35