999999)- In werkelijkheid nummeren we van 100 tot en met 999900, met 100 oplopend: 100, 200, 300, enz. Daarbij kunnen we dus 10 000 personen „onderbrengen". Dat is voor de praktijk, tot nu toe, voldoende gebleken. Niettemin stuiten we ook hier weer op het probleem van de feitelijke onbegrensdheid in het optredende aantal. Deze met sprongen van 100 oplopende nummering is nl. gekozen om, bij later optredende eigenaren (kopers, erfgenamen), alfabetisch te kunnen „interpoleren". Helemaal bevredigend is zoiets niet door te voeren. Althans niet na enkele malen opnieuw interpoleren. Ook hierbij stelt de gekozen methode grenzen waaraan de praktijk zich niet houdt. Voor de toekomst wordt gedacht aan een, aan de bevolkingsboekhouding te ontlenen ^persoonsken merk Dit bestaat (helaas) nog niet. Voor instellingen en buiten landers zal dan een apart systeem moeten worden uitgewerkt. Voor de voorletters zijn vijf kolommen („posities") gereserveerd. Dat is in vele gevallen voldoende. Maar niet altijd. In deze rubriek worden nl. ook nog de afkortingen van „voorvoegsels" (van, de, van de e.d.) opgenomen. Als men daarbij dan ook nog meer dan drie (c.q. vier) voornamen heeft, is het veld al gauw te klein. In de praktijk is dat niet erg. De rubriek is slechts van belang met het oog op adresseringen. Niettemin is dit een aardig voorbeeld van de „schematiserende" invloed der mechanisatie. Voor de naam, enz. zijn 25 posities beschikbaar. Van elkaar worden achternaamkaart, voornaamkaart, enz. onderscheiden d.m.v. de code SK1 achternaam, 2 voornaam, enz. Vijf en twintig posities voor elk dier gegevens lijkt veel. Toch is dit aantal vaak onvoldoende. Bijv. bij „achternamen" van instellingen, bij voornamen van (de meeste) katholieken. In voorkomende gevallen gebruiken we daarom „vervolgkaarten". Daartoe is de code SK decimaal onderverdeeld: n eerste achternaamkaart, 12 twee de achternaamkaart, enz. (Zie verder voor de code SK par. 6.2.) Van de „geboortedatum" is weinig te vertellen. We gebruiken daarvoor de algemeen bekende „code": 06-05-04 voor 6 mei 1904. Een kleine „schematisering" hierbij is dat men nu „boven-honderd- jarigen" niet meer kan onderscheiden van „pas-geborenen": 05-04-67 kan zowel 5 april 1867, als 5 april 1967 betekenen. In de praktijk blijkt dit nauwelijks van enig belang te zijn. De code HG of AD (kolom 69) dient hetzij om de aard van de /mwelijks-gemeenschap te coderen, hetzij om, bij lange namen en adressen, aan te geven wat uit de geponste gegevens m.h.o. op de adressering wel kan worden gemist, m.a.w. welke kaarten daarvoor niet behoeven te worden gebruikt. Hoe deze twee, niets met elkaar uitstaande hebbende, codes in dezelfde kolom zijn terecht gekomen, zal bij de behandeling der codes SK en HG (par. 6.2) blijken. De „X van kolom 78 dient om, in de eerste achternaamkaart geponst, ervoor te kunnen zorgen dat de „administratiemachine" (machine die m.b.v. ponskaarten van tekst voorziene formulieren produceert) bij het afdrukken van een naamlijst tussen de groepen 217

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 37