De naam „ken"ponsing wordt verklaard door het feit dat zo'n ponsing vaak dient om het eronder staande gewoon geponste getal te „kenmerken". Bijv. doordat het „negatief" moet worden geteld of iets van dien aard. Een bepaald cijfer wordt in de kaart vastgelegd door in de daar voor aangewezen (afgesproken) kolom, in de overeenkomstige rij, een gaatje te ponsen. Letters worden weergegeven door twee pon singen in één kolom. En wel volgens de code: A 12 i; B 12 2; enz. J 11 1, enz. S o 2, t/m Z o 9. De combinatie o 1 wordt niet gebruikt. Tekens worden weergegeven door andere combinaties. Soms van drie ponsingen in één kolom. De hierboven behandelde lettercode is de I.B.M.-code. Wij ge bruiken I.B.M.-kaarten en I.B.M.-machines. Dwz. dat het ponsen in eigen beheer geschiedt op I.B.M.-ponsmachines en het verwerken der geponste kaarten door de I.B.M. op één harer administratie machines en/of computers. I.B.M. is een afkorting voor: Inter nationale Bedrijfsmachine Maatschappij. Er zijn nog andere „pons kaartenfirma's". Daarbij is tevens een andere lettercode in gebruik. Een perceelkaart is afgebeeld als ponskaart 2. De kaart indeling zoals deze in het voorgaande is behandeld, vindt men terug in het „opschrift" aan de onderkant van de kaart. In het kaartlichaam ziet men hokjes die voorlopig onbesproken blijven. Men denke zich desgewenst de daardoor onderbroken rijen enen, tweeën, vieren en vijven, gewoon voortgezet. Er komen trouwens op de daarvoor geëigende plaatsen ook ponsingen in voor. Bovenaan ziet men twee rijen vakjes (waarin ook ponsingen optreden, t.w. die van de 11-, resp. 12-rij). In de onderste daarvan komt zg. „vertolkte" tekst voor. Ook van deze rijen vakjes staan de „opschriften" onderaan. Bedoelde vakjes vormen de zg. „ver- tolkranden". Ponsingen kan men slecht „lezen". Om een ponskaart 221 O I 234 36789 IBM smea* soso Ponskaart i.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 41