voor B: 10 met een „C" in kolom 30. Perceelkaart voor perceel nr. p, met grootte a, en nog een perceelkaart voor p, met grootte x, en eveneens een „C" in kolom 30. 6.4. De code „Aantekeningen" die hierboven is afgedrukt, dient te worden toegepast wanneer men in de legger bij een perceel details als BP, e.d. vindt. Ook hierbij blijkt weer de feitelijke onmogelijkheid om elke eventuele combinatie van details volledig „op te vangen". Want als men bij de codering op meer dan twee details was gestuit, vindt men in de overzichten slechts „10". En dat betekent dat men naar de bron (de legger) terug moet om te zien welke details het betrof. Het is trouwens nog lang niet zeker dat de code „volledig" is. Er komen geregeld „aantekeningen" bij. „O.G." en „M" zijn pas recentelijk ingevoerd. Tenslotte is het nog denkbaar dat enige malen dezelfde aanteke ning bij één perceel voorkomt. Een perceel kan best tweemaal met „B.P." worden belast! 6.5. De code voor „Cultuur". Zoals reeds werd opgemerkt, zijn voor deze code drie kolommen („posities") gereserveerd. Dit gaat terug op de proeven van Prof. Witt, waarbij óók drie posities voor een cultuurcode waren voorzien. De gedachtengang is daarbij geweest weliswaar een enkelvoudige code van tien mogelijkheden toe te passen, maar deze te herhalen in elk der beschikbare posities. Zodoende werd een gedetailleerder kwalitatief, en enigszins kwanti tatief, overzicht geboden nopens de cultures van het perceel in kwestie. Als bijv. 1 bouwland, 2 weiland, en 3 boomgaard voor stelde, gaf 123 aan dat het perceel grotendeels uit bouwland, voor een kleiner stuk uit weiland en ook nog voor een stukje uit boom gaard bestond. Hoeveel van elk werd in het midden gelaten. De volgorde gaf echter enigszins een indruk omtrent de verdeling. 22g Codering Aantekeningen" 01. Overgedragen onder opschortende voorwaarde. 02. Verkregen onder ontbindende voorwaarde. 03. Erfstelling over de hand („Fidei Commis"). 04. Aangewezen als waarde bedoeld in Art. 29 van de Wet op het Levens- verzekeringsbedrijf van 1922, Stbld. 716. 05. B.P. (of B.P. ged.) 06. B.L. (of B.L. ged.) 07. OG. (of O.G. ged.) 08. M. (of M. ged.) 09. Ruilverkavelingsrente te verwachten (niet van toepassing op ruil- verkavelingsadministraties) 10. Combinatie van meer dan twee der onder 01-09 opgesomde bijzonder heden. 12-89. Combinaties van twee der onder 01-09 opgesomde bijzonderheden, naar gelang van omstandigheden. Bijv.: 15, overgedragen onder opschortende voorwaarde en belast met B.P. Hierbij laagste codecijfer voorop zetten. Komt tweemaal hetzelfde detail voor, dan gebruikt men 11, 22, tot 99.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 49