245
cijfers voor „Artikelnummer". Door deze wijze van ontwerpen
worden de formulieren universeel bruikbaar. Hieronder volgt een
bespreking van elk formulier afzonderlijk.
De formulieren zijn uitgevoerd als zg. kettingformulieren („lepo-
rellovorm", als de „draaiboeken" van een draaiorgel). Ze zijn voor
zien van „pinfeed" aan de zijkant. De pinfeedstrook is d.m.v. een
perforatie gescheiden van het eigenlijke formulier. Zij kan, na
vervaardiging van een overzicht, worden verwijderd. Zij bestaat
uit een strook met gaatjes. In die gaatjes grijpen uitstekende
pennetjes die als tandwielen aan weerszijden van de schrijfrol in het
afdrukmechanisme van de machine zijn aangebracht. Doordat bij
het draaien van de machine deze pennen in de gaatjes van de
pinfeed grijpen (de rol draait, net als bij een schrijfmachine, mee),
wordt het papier der formulieren door de machine gevoerd. De
„tandwielen" zijn, in de langsrichting van de schrijfrol, verstelbaar
m.h.o. op de wisselende breedte der verschillende formulieren.
Wat de formaten betreft is getracht „normaalmaten" toe te
passen. En wel de formaten A 4 en A 5. Een enkel formulier wijkt
op dit punt daarvan af. Het leggerextract heeft nl. opzettelijk
hetzelfde formaat gekregen als de analoge formulieren van de C.D.
(C.D. 260). Zij kunnen overigens gemakkelijk met formulieren A 5
worden gecombineerd. Ze steken er alleen iets boven uit. De A-4
formaten (percelenlijst) zijn meestal „oblong", dwz. „dwars".
De formulieren zijn vervaardigd van dun carton, zodat ze rechtop
in kaartenbakken kunnen worden gezet zonder onderuit te zakken.
Soms zijn ze aan boven- en onderkant van vier ponsgaten voorzien,
zodat ze desgewenst in gewone „Ordners" kunnen worden opge
borgen. Alleen moet men die dan „dwars" gebruiken, wat met het
oog op eventuele bijschrijvingen en doorhalingen (mutaties) alleen
maar gemak oplevert.
8.5. De naamlijsten. Er worden, zoals boven bleek, twee
soorten naamlijst aangelegd: de naamlijst-dienst en de naamlijst-
publiek. De eerste bestaat uit de naamkaarten R 2 (P) (blz. 246)Naam
en artikelen zijn gefantaseerd. Men zal bij beschouwing van deze
afbeelding twee dingen opmerken. Ten eerste: de kaart is „twee
hoofdig". Het „bovenste" hoofd slaat op de NAW-gegevens, het
„onderste" op de ZR-gegevens. Dit verschijnsel zal men bij onze
andere formulieren óók opmerken. Men zou zich ook een „kop"
(vak) alleen voor de NAW-gegevens kunnen denken en een „li
chaam" voor de ZR-gegevens. Daar men echter niet weet hoe groot
de kop zou moeten zijn, m.a.w. hoeveel regels deze (maximaal) zou
mogen omvatten, is dit onmogelijk. Dit is weer een gevolg van de
reeds zo vaak gesignaleerde onbepaaldheid in de omvang onzer
gegevens. Zit iemand in zoveel artikelen, dat de ZR-regels zich op
een vervolgkaart voortzetten, dan is het „bovenste" hoofd voor
zo'n kaart in feite overbodig.
Mede wegens die mogelijke voorzetting wordt het AVN bij elke
ZR-regel herhaald. De andere aanleiding daartoe is de overweging