287
behorende klassewaarden vermenigvuldigd. De sommering der
daaruit voortvloeiende produkten leverde de toedelingswaarde
van het perceel in kwestie. De berekeningen, met haar subresul
taten, en het eindresultaat, werden ook in het Form. R 4 geno
teerd.
Bij ons systeem gebeurt iets dergelijks. Maar hierbij is het for
mulier tevens ponsdocument. Er wordt meer in genoteerd, en min
der in gerekend. De taak der berekening wordt nl. grotendeels
overgenomen door de computer. Er worden bovendien in ons Form.
R 4 nog gegevens m.b.t. het gebruik (de pacht) en eventuele hy
potheken en servituten genoteerd. Voor zover nodig worden ook
de deelgroottes van gedeelten die door verschillend gebruik van
stukken van een perceel ontstaan, afzonderlijk berekend. In feite
wordt aldus ieder stukje van een perceel waarin dit, hetzij door
verschil in waarde, hetzij door verschil in gebruik, hetzij door
beide oorzaken samen, uiteenvalt, apart genoteerd en berekend.
Voor elk stukje wordt later die grootte, met de bijbehorende ge
gevens (R-nummers en klassewaarde) in een afzonderlijke kaart
geponst. De verdere berekeningen (grootte x waarde toedelings
waarde) en de sommering der „deeltoedelingswaarden" geschieden
met behulp van de computer. Een inmiddels ontwikkelde variant
op deze werkwijze wordt verderop besproken in par. 9.6.
De „hoofdgegevens" van een perceel kunnen in het formulier
worden afgedrukt m.b.v. de bij de I.B.M. reeds aanwezige, van
voor de stemming daterende, perceelponskaarten waarin deze
gegevens (Gemeente, Sectie, Nummer, Artikelnummer, en het
later ingebrachte R-nummer) reeds voorkwamen. Omdat pas na
de stemming de eigenlijke verkaveling begint, worden de perceel-
kaarten uit de eerste fase „voorbereidingsperceelkaarten" (SK 81)
genoemd.
Per perceel wordt door de I.B.M. één Form. R4 afgeleverd.
Daar de berekening der deelgroottes en de notering der verdere
gegevens, perceel voor perceel dient te geschieden, en men deze
gegevens aan het werkplan moet ontlenen, is het handig als de
volgorde der losse vellen die samen het Reg. R 4 vormen, ongeveer
overeenstemt met die van de percelen op de plans. Nu zijn de
percelen daarop niet in een bepaalde volgorde afgebeeld. Een plan
vertoont een kaleidoskopisch beeld van het terrein. De perceel
nummers staan er, tengevolge van het bij het Nederlandse kadaster
gebruikelijke systeem van het nummeren van nieuwe percelen,
kris-kras door elkaar op. Aan het nummer hebben we dus niets
ter rangschikking der formulieren. Ook het Artikel- of R-nummer
biedt geen uitkomst.
Men kan echter aan elk perceel per plan een van 1 tot en met n,
met één opklimmend volgnummer toekennen, dat enigszins de
ligging van de percelen op het plan t.o.v. elkaar, in zijn opklimming
weerspiegelt. De gedachte hiertoe is reeds uitgegaan van Prof.
Witt, die deze hulpnummers „planperceelnummers" (P.P.N.)