288 noemde. Voor ingewijden in het Nederlandse kadastrale serail lijken ze het meest op zg. minuutnummers. Is hieraan voldaan, dan moeten, om de bladen van het Reg. R 4 in de gewenste volgorde te krijgen, de perceelkaarten worden gesorteerd op „Werkplan" en vervolgens op P.P.N. Gebruikt men de kadastrale plans tevens als Werkplan, dan moet eerst worden gesorteerd op Gemeente, Sectie, Blad, en eventueel gedeelte van een blad. O.m. hierom is vastlegging (ponsing) van het „Bladnum mer" (en eventuele aanduiding van een gedeelte van een blad, nodig. 9.3. R-nummers II. Pachters- en Hypotheekhouders- R-nummers. Aanvulling van ponsdocumenten (per celen en personen). Een extra-beschouwing vergt in dit verband het „R-nummer". Aan dit registratiemiddel is reeds een aparte paragraaf gewijd. Zie par. 4.3. Soms wordt het al meteen toegekend (zie par. 7.4), maar gebruikelijker is het dit pas na de stemming te doen. Men kan zelfs het inbrengen van de R-nummers in de ZR- kaarten langs mechanische weg bewerkstelligen. En wel op grond van de regel: één R-nummer voor artikelen uit verschillende ge meenten met gelijke tenaamstellingen. Welke methode men kiest, mechanisch of zelf doen, er ontstaat een „concordantie (Gemeente) Artikel R-nummer. M.b.v. deze concordantie kunnen ook de perceelkaarten, waarin de gegevens m.b.t. gemeente en artikel eveneens zijn geponst, langs mechanische weg van de bijbehorende R-nummers worden voorzien. Hiermee is de inbrenging der R- nummers voltooid. In par. 4.3 werd meegedeeld dat ook aan „Pachters-geen eigenaar en dito Hypotheekhouders R-nummers werden toegekend. Dit is nodig omdat voor het mechanisch vervaardigen van een pacht en een hypotheekadministratie van twee R-nummers gebruik moet worden gemaakt. En wel het „Eigen" R-nummer (dat van de ei genaar), en het „Andere" R-nummer (dat van de pachter c.q. hypotheekhouder, voor wie overigens zo'n nummer weer het „Eigen" R-nummer is). Niet voor niets spraken we in de vorige paragraaf van R-nummers. In par. 4.3 werd de opmerking gemaakt dat Pachters (Gebruikers) -tevens eigenaar, en dito Hypotheekhouders reeds qualitate qua (als „Eigenaar") een R-nummer toegewezen kregen. In „De Lollebeek" liep de serie R-nummers voor de eigendomsadmini stratie van 1 tot even boven de 3000. Daarom werd voor de „louter- pachters" de serie 4001-4999 gereserveerd, en voor de dito hy potheekhouders de serie 5001-5999. Bij deze keus is bewust een verband gelegd tussen die R-nummers en de code ZR (t.a.v. de percelen) voor pacht en die voor hypotheek, t.w. resp. 40 en 50. Wat de duizendtallen betreft stemmen de series R-nummers voor louter-pachters en dito hypotheekhouders met de tientallen hiervan overeen. Voor de „gewone" R-nummering is nu nog een reserve van ca. 1000 nummers over. Dit kan wel eens te weinig zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 22