304
duiding" (6, 3, of 5, zoals in par. 9.4 bij de afbeelding op pag. 292
werd verteld).
Van de pachters enz. zijn alleen achternaam en voorletters ver
meld. En bovendien hun R-nummer, en aandeel in dat R-nummer.
Hieruit valt terstond op te maken of betrokkene eventueel „mede
pachters" heeft. Wie dat zijn, kan men nakijken bij het betrekkelijke
R-nummer in de „Namen-R 1". Bij Wagestert blijkt uit het
getal van zijn R-nummer (hoger dan 4000), dat hij „alleen maar
pachter" is. Dus niet tegelijk eigenaar. Bij „eigen gebruik" is,
ten eerste, R 1 (E) R 1 (A), en wordt bovendien de naam van de
eigenaar als „pachter" dwz. gebruiker, vermeld. Dit gebeurt con
sequent. Ook bij volledig eigen gebruik, en ook in de Pacht-R 1
Daardoor is dat register veel meer een volledig gebruiksregister
dan alleen maar een pachtregister. Bij ZR 60 ontbreekt R 1 (A),
en dus ook een regel met SK 86.
Als een perceel geen details vertoont, zoals bijv. Rozendaal A
1296 van blz. 299, ziet de betrokken perceelkaart er veel eenvou
diger uit dan die van blz. 303. Alleen de bovenste regel komt altijd
voor. En daaronder één „gebruiksregelpaar", met R1 (E) R1 (A),
en de naam van de eigenaar als gebruiker.
De kleur van de formulieren is grijsgroen. Dit is gedaan om ze te
onderscheiden van de „Percelen-R 1" (die wit is) waarbij ze behoren.
Bij elke „Percelen-R 1" behoren net zoveel kaarten R 3 als er
perceelregels op het desbetreffende R i-formulier voorkomen.
10.4 Pacht-R 1. De reeds enige malen ter sprake gekomen
„Pacht-R 1" biedt een beeld als vertoond in formulier Pacht-R 1
op blz. 305. Witse van R-nummer 2836 is de (Hoofd)pachter.
In dit geval ook de enige (aandeel: i/x). Hij pacht van Van den
Boogaerdt (R-nummer 2674), en van Aalberse (R-nummer
3156). Bovendien staat het stukje van Velp E 1672 dat hij zelf
gebruikt, ook op zijn pachtoverzicht. De „regelparen" zijn weer
gerangschikt naar opklimmend R-nummer. In dit geval: opklim
mend R 1 (E)-nummer van de verpachter (eigenaar). T.a.v. Velp
E 1672 treedt Witse zelf als „verpachter" op. De code ZR is 41
t.a.v. de verpachter en 42 t.a.v. de pachter. Er moet eerst een
verpachter (willen) zijn, voor er van pachten sprake kan
wezen.
Naar de pachtregistratie is, net als op de perceelkaart, verwezen
in de kolom P.H.S. Het aandeel van de verpachters is vermeld,
zodat men bij hun R-nummer („Namen-R 1") onmiddellijk kan
nazien, wie eventueel de mede-verpachters (eigenaren) zijn. Ook
het AVN van de verpachter is opgenomen, zodat men terstond in
de naamlijst kan nagaan, of, en zo ja, waar, betrokkene nog elders
in onze administratie optreedt.
Per R 1 (E), dus per verpachter, is „gesubtotaliseerd" (één ster).
Per R 1 (A), dus per gebruiker, is getotaliseerd (twee sterren).
Men kan zo in één oogopslag zien wat betrokkene in het geheel
pacht (gebruikt), met de waarde, en wat hij van iedere verpachter