335
Steeds meer aandacht wordt besteed aan landschapszorg en
recreatie. De ontwikkeling in de aankopen van gronden m.b.v.
het Saneringsfonds is m.i. wel enigszins verontrustend. Met enige
gerechtvaardigde trots wordt op blz. 14 vermeld, dat m.b.v. een
computer over de maand december 3980 vergoedingen tot een
bedrag van f. 1.528.366,werden uitgekeerd, dit is ongeveer
20 miljoen gulden per jaar; een bedrag dat gezien de activiteiten
op dit gebied zeer gemakkelijk kan aangroeien tot het dubbele.
Ik laat gaarne aan de economen over om te beoordelen of een
dergelijk bedrag dat ieder jaar weer moet worden uitgegeven voor
de verbetering van de infrastructuur niet efficiënter kan worden
gebruikt. Het antwoord op deze vraag is, meen ik, al door de
regering gegeven. Ontwikkelen lijkt mij belangrijker dan op deze
manier saneren.
In het Belgische verslag worden aan de algemene problemen, nl.
betreffende onderzoek slechts enige bladzijden besteed (blz. 19
t/m 22, en blz. 143/144).
Vermeldenswaard is een vonnis van de Rechtbank van Verviers
dd. 8 febr. 1966, waarbij een landbouwer die tien piketten en een
grenspaal had weggenomen, werd veroordeeld ,,in hoofdzaak tot
een boete van 600 frs en tot een gevangenisstraf van 8 dagen. De
Nationale Maatschappij als burgerlijke partij op het proces
bekwam de provisionele symbolische franc, zoals geëist werd in
haar conclusie". De processen in ons land, tot aan de Hoge Raad
toe, gaan over veel ingewikkelder juridische problemen. Maar één
vonnis zoals in België geveld, zou vermoedelijk onze ruilverkave-
lingsdienst jaarlijks duizenden guldens besparen bij het herplaatsen
van uitgetrokken piketten en schijven.
Over het Nederlandse verslag tenslotte nog een opmerking.
Men zou uit het opschrift de gevolgtrekking maken dat aan elk
der viergenoemde instellingen een apart hoofdstuk zou worden
gewijd. Niets is minder waar: de Centrale Cultuurtechnische
Commissie en de S.B.L. worden in de inhoudsopgave vermeld
onder hoofdstuk 1 (blz. 7 en 9). Onder Grondzaken in hoofdstuk
2 komt weer de S.B.L. aan de orde (blz. 33/34), terwijl hier en daar
in de provinciale verslagen (hoofdstuk 3) eveneens activiteiten
van de S.B.L. worden vermeld.
De Herverkavelingscommissie Zeeland komt in de inhouds
opgave niet voor. De spitse lezer zal op de gedachte komen in
hoofdstuk 3 onder Zeeland te gaan zoeken, waar hij inderdaad
een halve kolom over de herverkaveling Zeeland vindt. Al met al
is een dergelijke verdeling van de genoemde onderwerpen over de
verschillende hoofdstukken niet erg overzichtelijk.
Enige gevolgtrekkingen over de verslagen van beide landen
mogen hier nog volgen:
1. Beide verslagen doen op het punt van de verzorging niet voor
elkaar onder (het Belgische verslag geeft zelfs enige mooie
kleurenfoto's)