349 buitenwater in de gebieden van de Deltawerken, de havenmond IJmuiden, de havenmond Hoek van Holland en de Provincie Groningen. Over de Decca hyperbolenpatronen in het Deltagebied is voor de N.L.F. een voordracht gehouden op de Studiedag in 1959 te Zwolle, thans zijn Hi-Fix patronen aan de orde, die vergeleken bij Decca patronen veel dichter van structuur zijn en dus een nauwkeuriger positiebepaling mogelijk maken. Er is een geheel nieuwe methodiek ontwikkeld voor het vervaardigen der kaartbladen en er is een aantal vermeldenswaardige aspecten te belichten, redenen waarom een hernieuwde bespreking van hyperbolische positiepatronen in casu Hi-Fix patronen mij verantwoord lijkt. In het platte vlak is een hyerbool een verzameling punten met het kenmerk van gelijk afstandsverschil tot twee gegeven punten, de focaalpunten. Door variëren van deze afstandsverschillen kan men de punten van het platte vlak rangschikken volgens een verzameling van een oneindig aantal hyperbolen, een hyperbolen- schaar. Deze verzameling is dus gedefinieerd door de ligging der focaalpunten. Een bepaalde hyperbool uit deze verzameling kan worden aange duid met het bovengenoemd afstandsverschil, maar ook met de waarde, die een gegeven functie van dit afstandsverschil aanneemt. Maakt men daarbij onderscheid tussen positieve en negatieve afstandsverschillen, dan hebben deze functiewaarden betrekking °P hyperbooltakken. Varieert men deze functiewaarden of hyper bolische coördinaten volgens een systeem van discrete waarden, dan vormt de meetkundige voorstelling van deze coördinatenlijnen een patroon van hyperbooltakken. Met één hyperbolische coördinaat wordt de ligging van een punt in het vlak niet gedefinieerd, er wordt slechts een meetkundige plaats door vastgelegd. In combinatie met een tweede hyperbolisch coördinatensysteem kan de ligging van het punt wel worden aangegeven met de restrictie dat er in het algemeen twee snijpunten voor beide meetkundige plaatsen optreden. In het Decca en Hi-Fix systeem van plaatsbepaling worden de focaalpunten gevormd door de Master (M) en de Slave (SI), de hyperbolische coördinaat is het op een decometer af te lezen „lane"- nummer L, waarin het verband met het afstandsverschil van een punt Si op de lane Li tot de punten M en SI wordt uitgedrukt door de formule: S(M MSl SlSi U k. Noemen we S{M ait MSI b (basis), SlSt ct en i/X I (met X golflengte), dan is dus Li l (ai -j- b Ci) -f- k, waarin l een vermenigvuldigconstante en k een optelconstante is.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1967 | | pagina 11